Echtgenoot moet meetekenen bij borgstelling
Bescherming van het gezin
Alleen met toestemming. Volgens de wetgever verdient het gezin bijzondere bescherming. Vandaar dat in het Burgerlijk Wetboek (art 1:88.) is opgenomen dat bepaalde (potentieel) ingrijpende rechtshandelingen uitsluitend mogen worden aangegaan door of met toestemming van beide echtelieden. Men zegt ook wel dat de ene echtgenoot moet ‘meetekenen’ voor de overeenkomst waarbij de andere echtgenoot partij is.
Welke overeenkomsten?
Wanneer is toestemming nodig? Toestemming van de andere echtgenoot is vereist voor:
- bepaalde overeenkomsten inzake een door de echtgenoten samen of door deze echtgenoot alleen bewoonde woning of van zaken die bij deze woning of de inboedel daarvan horen;
- giften, met uitzondering van de gebruikelijke, niet-bovenmatige;
- overeenkomsten waarmee hij, anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van de derde verbindt;
- overeenkomsten van koop op afbetaling, behalve van zaken welke kennelijk uitsluitend of hoofdzakelijk ten behoeve van de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf strekken.
Uitzondering voor beroep of bedrijf
Zakendoen. De wetgever heeft er oog voor gehad dat een ondernemer soms tientallen overeenkomsten op een dag aangaat en dat het ondoenlijk is om voor elk van die overeenkomsten toestemming te vragen aan zijn echtgenoot. Vandaar dat in de onderdelen 3. en 4. een uitzondering is opgenomen voor rechtshandelingen verricht in de normale uitoefening van een beroep of bedrijf.
Hoe pakt dit uit in de praktijk?
Accountant. Een accountant richt een BV op om daarmee te participeren in een accountantsmaatschap. Zoals in de branche gebruikelijk, moet de accountant zich inkopen. De BV leent een flink bedrag van de bank voor het financieren van de goodwill. De bank eist dat de accountant een borgstelling voor € 350.000,- ondertekent. Op een zeker moment raakt de accountantsmaatschap in de problemen en daardoor ook de praktijkvennootschap van de accountant. De bank eist vervolgens de borg van € 350.000,- op van de accountant.
Geen toestemming
Dat gaat zomaar niet. De echtgenote van de accountant heeft de borgstelling vernietigd omdat zij geen toestemming heeft gegeven voor het aangaan van deze lening. De bank is echter van mening dat de borgstelling valt onder het begrip ‘normale uitoefening van een beroep of bedrijf’.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11.05.2017 (GHARL:2017:3926) , beslist dat de echtgenote de borgstelling terecht heeft vernietigd. Het aantrekken van een financiering voor het zich inkopen in de maatschap en de daarmee samenhangende borgstelling zijn volgens de rechter niet verricht in de normale uitoefening van een bedrijf. De bank kan de borgstelling daarom niet opeisen.