Door het oog van de fiscale naald met de pick-up
Tweede rij stoelen verwijderd. Een ondernemer reed rond in een VW Amarok, een groot model pick-up (een carrosserie-uitvoering van een bestelwagen, waarbij de wagen bestaat uit een passagiers- en bestuurdersgedeelte, met daarachter een open laadbak), die als vrachtwagen met twee zitplaatsen was opgenomen in het kentekenregister. Op de invoeraangifte stond het volgende vermeld: “Geaccepteerd door de RDW als status fiscaal akkoord. Tussenschot gecontroleerd. 2erij stoelen daardoor verwijderd. Extra dakverhoging aangebracht.” en “Bpm te betalen volgens aangever: € 0,-”.
Bpm. Heeft u een vrachtauto die is ingericht voor personenvervoer, dan is dit voor de bpm een personenauto en dus belast. Dit speelt als de ruimte voor personenvervoer groter is dan de laadruimte en er daarnaast extra zitplaatsen voor personen zijn aangebracht. Extra zitplaatsen zijn niet de zitplaatsen voor de bestuurder en bijrijder(s). Vanaf 2016 betaalt u ook bpm als bevestigingspunten voor extra zitplaatsen zijn aangebracht.
Heeft u als ondernemer een bestelauto, dan kunt u voor bpm-vrijstelling in aanmerking komen via de ondernemersregeling. Gebruikt u de bestelauto minder dan 10% van de per jaar gereden kilometers voor de onderneming, dan mag u geen gebruikmaken van de ondernemersregeling en betaalt u bpm voor uw bestelauto.
Controle op de openbare weg
Achterbank. Bij een controle van de auto op de openbare weg bleek dat in de auto onder meer een achterbank was aangebracht. Dat mag niet zonder dat er bpm wordt betaald. De controlerende ambtenaren maakten daar enkele foto’s van en stelden een controlerapport op. Naar aanleiding van de controle werd een naheffing bpm opgelegd, omdat de auto niet aan de wettelijke inrichtingseisen voldeed. Niet alleen was de auto geen vrachtauto, maar zelfs geen bestelauto met dubbele cabine. Een zeer onzorgvuldige handelwijze, aldus de fiscus die nahief met 50% verhoging.
Door het oog van de naald
Vast of niet, bewijs het maar! Waar het bij het gerechtshof in hoger beroep ten slotte eigenlijk alleen nog maar om ging, was de vraag of de aangebrachte achterbank ‘vast’ of ‘niet vast’ was gemonteerd. Over de vraag ‘vast’ of ‘niet vast’ dacht de rechter in hoger beroep, Gerechtshof Den Haag, 20.01.2017 (GHDHA:2017:67) , anders dan de rechtbank. Uit het controleverslag bleek namelijk niet dat er sprake was van een vast gemonteerde achterbank.
De gemaakte foto’s gaven evenmin volstrekte zekerheid. Met zijn stelling ‘dat het niet anders kon zijn dan dat de achterbank vast was gemonteerd’, redde de fiscus het niet. Een ‘te karige onderbouwing van de naheffing’ oordeelde de rechter. Wat ook niet slim was, was het feit dat de inspecteur de controlerende ambtenaren nooit om een nadere toelichting had gevraagd. Bij gebrek aan bewijs ging de aanslag daarom van tafel, natuurlijk inclusief de boete van 50% en de rente.
Moraal van dit verhaal. Bewijs, daar draait het vaak om in de fiscaliteit. Zo ook hier, al is het goed om de belangrijke kanttekening te maken dat deze ondernemer echt door het oog van de fiscale naald is gekropen. Pas op met verbouwen van bestelauto’s.