FISCALE WINST - 15.04.2016

Eén, twee of geen onderneming(en) voor de fiscus?

Klusbedrijf en productontwikkeling. Willy was duidelijk handig: hij had behalve een klusbedrijf ook nog een productontwikkelingsbedrijf. In dat laatste bedrijf had hij succesvol (er was octrooi aangevraagd en verkregen) een diervriendelijke insectenvanger ontwikkeld. Daarmee werd - volgens de rechter - een gevangen insect niet gedood, maar kon het desgewenst op een andere plaats weer worden vrijgelaten. Bijkomend voordeel: muren en plafonds bleven op deze manier vlekvrij. Onze Willy Wortel wilde de insectenvanger via internet en de detailhandel gaan verkopen.

Eén of twee bedrijven?

Wat vond de fiscus? Was er nu sprake van één of van twee (verschillende) activiteiten. En was er wel sprake van een onderneming? Volgens de fiscus niet. De klusbus vormde naar haar mening geen onderneming (met alle bijbehorende ondernemingsaftrekfaciliteiten!). Er zou hooguit sprake kunnen zijn van belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. En zoals bekend is, geeft dat nauwelijks aanspraak op fiscale faciliteiten (dus bijv. geen zelfstandigenaftrek en/of startersaftrek, en/of aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, enz.).

Hobby? De (tot dan toe verlieslijdende) diervriendelijke insectenvanger was wellicht iets in de hobbysfeer of zo, maar vormde volgens de fiscus in ieder geval geen onderneming waarvan de aanloopverliezen aftrekbaar waren. Willy vond dat er sprake was van één onderneming. Ook voldeed hij naar eigen zeggen aan het urencriterium, zodat recht bestond op de ondernemersaftrek. De rechtbank was het met de fiscus eens, maar in hoger beroep dacht het Hof daar heel anders over.

Wat heeft de rechter nu beslist?

Ieder afzonderlijk een onderneming. Het Hof Arnhem - Leeuwarden, 25.03.2016 (GHARL:2016:2137) vond dat er geen sprake was van één onderneming: daarvoor was er tussen het klusbedrijf en de uitvindersactiviteiten te weinig samenhang. Maar de kluswerkzaamheden en de uitvinderswerkzaamheden vormden wel ieder afzonderlijk een onderneming en dus een bron van inkomen.

Het klusbedrijf was in de ogen van het Hof een (wat omvang betreft weliswaar bescheiden) onderneming. En wat het uitvindersbedrijf betreft: dat bij een uitvinding de kosten nu eenmaal voor de baat uitgaan, was ook het Hof bekend. Twee ondernemingen dus, en dat pakte voordelig uit!

Gemaakte uren bij elkaar optellen

Per ondernemer. Want wie twee ondernemingen heeft, hoeft niet per afzonderlijke onderneming de grens van 1.225 uur te halen, maar mag de per onderneming gemaakte uren bij elkaar optellen. Het urencriterium geldt namelijk per ondernemer en dus niet per onderneming!

Omdat Willy in fiscaal opzicht de hoedanigheid van ondernemer had en hij opgeteld de 1.225 uur haalde, had hij recht op de (uurgerelateerde) ondernemersfaciliteiten. Aan de urennorm van 500 uur voor de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (het ging daarbij om werkzaamheden voor de insectenvanger) voldeed hij helaas net niet, zodat daarop geen recht bestond.

Op http://tipsenadvies-bouw.nl/download vindt u het model ‘Urenadministratie’ (BW 18.16.05).