ZIEKTE - 16.10.2015

Hoe pakt u een telefonische ziekmelding goed aan?

Veel leidinggevenden hebben moeite met de telefonische ziekmelding. Zij vrezen dat dit contact als controlerend en wantrouwend wordt ervaren. Veel organisaties werken daarom met voorbeeldvragen. Wat kunt u daarvan leren?

Veel organisaties hebben een lijst met aandachtspunten opgesteld die leidinggevenden meer vertrouwen geven bij het voeren van een telefonisch ziekmeldingsgesprek. Welke vragen zijn dat?

  • Hoe gaat het ermee?
  • Wat is de reden dat je je ziekmeldt?
  • Is er misschien een relatie tussen het verzuim en het werk?
  • Waar en hoe ben je bereikbaar?
  • Wil je iets van je laten horen als je meer weet? Eind van de dag of na het doktersbezoek is er weer contact. Akkoord?
  • Sterkte en beterschap!

Tip. Laat de medewerker zich vóór een bepaald tijdstip bij zijn leidinggevende ziek melden en niet anoniem bij bijvoorbeeld de receptioniste. Leg dit vast in het verzuimreglement.

Wat mag u vragen?

Meestal gaat het goed. Als leidinggevende mag u best veel vragen. De praktijk leert dat u als leidinggevende meestal een eerlijk antwoord krijgt op uw vragen. Voorwaarde is wel dat de werkrelatie goed is. Dit is belangrijk, want hoe meer informatie u heeft, hoe effectiever u het vervolgtraject kunt invullen.

Wat niet mag. U mag met de werknemer zeker praten over zijn afwezigheid op het werk vanwege ziekte. Soms hoeft de werknemer echter geen antwoord te geven. Dat geldt vooral als u vragen stelt over zijn ziekte. Dus: u mag best vragen wat eraan scheelt, alleen hoeft de werknemer daar geen antwoord op te geven. Tip. Is de relatie minder goed of wil de werknemer geen antwoorden geven? Schakel dan uw arbodienst in.

Het werk gaat door

Het is ook belangrijk vragen te stellen over het werk. U wilt immers dat de collega’s zo min mogelijk ‘last’ hebben van de afwezigheid van de medewerker. Stel dan ook vragen als:

  • “Moet er iets doorgegeven worden aan collega’s?”
  • “Staat er voor vandaag of morgen een afspraak of vergadering gepland?”
  • “Wat is de verwachting voor de duur van het verzuim?”
  • “Zijn er werkafspraken waar rekening mee moet worden gehouden?”

Tip. Met vragen over het werk laat u ook doorklinken dat de medewerker gemist wordt en dat hij er dus toe doet.

“Wat kun je nog wél?”

Doen wat kan. In steeds meer organisaties wordt er gesproken over ziekteverlof in plaats van over ziekteverzuim. Het idee is de leidinggevende ruimte te geven te toetsen wat de medewerker ondanks zijn ziekte wél kan. Zo kan een medewerker die door zijn enkel is gegaan en twee dagen thuis moet zitten, wellicht telefoontjes afhandelen en via e-mail bepaalde werkzaamheden verrichten. Stel dan ook vragen als:

  • “Wat kun je ondanks je ziekte nog wél?”
  • “Is aangepast werk of zijn aangepaste werktijden mogelijk?”
  • “Wanneer denk je weer te komen?”
  • “Kan ik werk komen brengen?”
  • “Bij een sportblessure: Kan ik je komen halen?”

Het zijn misschien geen leuke vragen, maar ze zijn niet onredelijk en het is bovenal de toon die de muziek maakt.

Een telefonische ziekmelding heeft geen controlerend karakter, maar u mag wel vragen hoe het met de werknemer is en wat hij wél zou kunnen doen. Als u té veel vraagt (bijvoorbeeld naar de medische situatie), hoeft de werknemer geen antwoord te geven.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01