VOF & MAATSCHAP - 20.04.2015

Vennoten niet altijd failliet na faillissement Vof

Het dreigen met een faillissementsaanvraag is vaak een probaat middel om een vordering alsnog betaald te krijgen. Als uw klant niet betaalt, kunt u de faillissementsaanvraag doorzetten zodat een curator de activa kan verdelen en kan onderzoeken of alle spelregels in acht zijn genomen. Met betrekking tot een faillisementsaanvraag van een Vof heeft de Hoge Raad recentelijk een belangrijke uitspraak gedaan. In deze uitspraak heeft de Hoge Raad een nieuwe lijn ingezet die afwijkt van de lijn waar de Hoge Raad daarvóór steeds aan vasthield. Hoe zit dat?

1927: faillissement Vof = faillissement vennoten. Vanaf 1927 oordeelde de Hoge Raad dat een faillissement van de Vof automatisch betekende dat de vennoten ook failliet gingen. Weliswaar heeft een Vof een apart (afgescheiden) vermogen, maar de vennoten zijn wel hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden. Dat betekende dat het voldoende was om het faillissement van de Vof aan te vragen.

2015: faillissement Vof ≠ faillissement vennoten. De Hoge Raad bepaalt nu, 06.02.2015 (HR:2015:251) , dat het faillissement van een Vof niet automatisch leidt tot het faillissement van de vennoten. Een van de redenen is dat een vennoot recht heeft op een eerlijk proces: hij kan bijvoorbeeld een tegenvordering hebben die beoordeeld moet worden. Ook het feit dat vennoten een beroep op de schuldsaneringsregeling kunnen doen, vormt een reden. U moet dus zowel het faillissement van de Vof als van de vennoten aanvragen. De rechter zal vervolgens voor zowel de Vof als de vennoten afzonderlijk moeten onderzoeken of aan de voorwaarden voor faillietverklaring is voldaan.