Toch een recht van overpad over perceel?
Aankoop woonhuis. Piet heeft een vrijstaand woonhuis gekocht met een grote tuin. In het achterste gedeelte van zijn perceel ligt een voetpad. Dat wordt door buurman Kees gebruikt om vanuit zijn schuur van en naar de openbare weg te gaan. Vanaf de voorkant van zijn pand kan Kees wel op de openbare weg kan komen. Maar de schuur in zijn achtertuin ligt daarvan afgescheiden.
Pad wordt met hek afgesloten!
Voetpad vrij? Regelmatig gebeurt het dat Piet achter op zijn terras van de rust zit te genieten, totdatde zoon van buurman Kees weer met zijn brommer achterom komt gescheurd. Die rijdt over het voetpad achter door de tuin van Piet om zijn brommer in de schuur te stallen. Piet heeft daar schoon genoeg van. Daarom sluit hij het pad af met een hek. Bijgevolg staat er diezelfde avond een boze buurman Kees aan zijn voordeur. Hij eist dat het voetpad weer vrij wordt gemaakt van obstakels.
Hoezo, recht van overpad?
Van geen wijken weten. Bij de rechter verklaart Kees een recht van overpad te hebben. Dat recht is met medewerking van zijn toenmalige buurman ten behoeve van het perceel van Kees gevestigd. Dat speelde dus allang voordat Piet het pand aankocht. De vorige eigenaar van het perceel heeft daar nooit een probleem mee gehad. Piet wil echter van geen wijken weten. In de akte waarbij hij zijn pand heeft aangekocht, staat niets vermeld over een recht van overpad of een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van buurman Kees. Hij heeft nooit ergens voor getekend dus hij is daar ook niet aan gebonden!
Oude akte. Helaas voor Piet denkt de rechter daar anders over, want met een kopie van een oude akte van ‘vestiging erfdienstbaarheid’ kan Kees bewijzen dat er ten behoeve van zijn perceel een recht van overpad is gevestigd. Dat daarover niets staat in de akte waarbij Piet zijn pand heeft aangekocht, doet daar niets aan af. Een erfdienstbaarheid is, zoals dat met een juridische term heet, een ‘zakelijk recht’. Dat betekent dat het onlosmakelijk verbonden is aan een zaak (het perceel van Piet), ongeacht wie daarvan eigenaar is.
Erfdienstbaarheid niet opgeheven. Een erfdienstbaarheid kan alleen maar worden opgeheven door de rechter. Daarvoor moet Piet wel bewijzen dat er sprake is van onvoorziene omstandigheden waardoor het onredelijk is om het recht in stand te laten, of hij moet kunnen aantonen dat het voortbestaan in strijd is met het algemeen belang. Ook kan een erfdienstbaarheid worden opgeheven, als de eigenaar van het heersend erf (Kees) afstand doet van dat recht. Dat speelt hier echter allemaal niet. De rechter oordeelt dan ook dat het recht van overpad ten behoeve van het perceel van Kees nog steeds bestaat. Dus eist hij van Piet dat die onmiddellijk het hek weer verwijderd en het voetpad weer openstelt voor andere gebruikers.
Geen gebrom! Gelukkig voor Piet komt de Rechtbank Maastricht (LJN: BZ9640, 06.02.2013) hem, wat de brommer betreft, wel tegemoet. Een erfdienstbaarheid van voetpad betekent niet dat van dat pad gebruik mag worden gemaakt met enig voertuig, brommer en scooter daaronder begrepen, met draaiende motor. De zoon van Keesmag zijn brommer dus pas starten op de openbare weg. Zo heeft Piet nog een beetje rust. Wel moet hij van de rechter de proceskosten (ad € 226,-) betalen.