VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA - 22.06.2012

Uw steun en toeverlaat fiscaal óók ondernemer?

Allebei ondernemer? Als u met uw man, vrouw of partner samenwerkt in een Vof, heeft u allebei recht op een aantal ondernemersfaciliteiten. De belangrijkste is wel de zelfstandigenaftrek. Daarvoor moet u wel allebei minstens 1.225 uur in het bedrijf werkzaam zijn. Bovendien mag het niet zo zijn dat één van beiden voor meer dan 70% ondersteunende werkzaamheden verricht.

Installatiebedrijf als man-vrouw-Vof

Steun van de rechter … Het Gerechtshof in Leeuwarden deed onlangs uitspraak in een zaak waarbij twee met elkaar gehuwde vennoten allebei aanspraak maakten op ondernemersfaciliteiten (LJN: BW7124). De inspecteur merkte de werkzaamheden van de vrouwelijke vennoot echter aan als ‘meer dan 70% ondersteunend van aard’, reden om de faciliteiten te schrappen. In deze zaak ging het om een installatiebedrijf. Uit de urenstaten bleek dat de vrouw met name de administratieve kant van het bedrijf verzorgde. De man beschikte over de nodige technische kennis. Uitspraken van rechters in het verleden maken duidelijk dat in dergelijke gevallen al snel wordt beslist dat de activiteiten van de vrouw ondersteunend zijn aan de installatiewerkzaamheden. Hoe zag deze rechter dat?

Zelfstandigheid bepalend

Beslissende functie. De activiteiten van de vrouw bestonden uit: de financiële administratie, het onderhouden van contacten met klanten en het maken van offertes. Ook stuurde zij het personeel aan en had ze een beslissende stem bij om­­vangrijke investeringen in materieel.

Leidinggevend. Het Hof was van mening dat de vrouw, ondanks haar gebrek aan technische kennis, tóch als leidinggevende functioneerde. Op basis van haar ervaring zou zij volgens het Hof ook bij het wegvallen van haar man de zaak zelfstandig kunnen voortzetten. Ze zou haar technische kennis dan kunnen laten aanvullen door een personeelslid of door het aangaan van een Vof met een technische vennoot. De conclusie van het Hof was dan ook dat de werkzaamheden niet hoofdzakelijk ondersteunend waren, zodat ook de vrouw recht had op ondernemersfaciliteiten.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Over de vraag wanneer werkzaamheden ‘ondersteunend van aard’ zijn, zijn in het verleden al tal van zaken voor de rechter uitgevochten, ook met be­­trekking tot de installatiebranche. Hierbij werd meest­­al beslist dat de werkzaamheden van de part­­ner zonder de technische kwaliteiten als on­­der­­steunend moesten worden aangemerkt. Als maat­­staf werd vaak gehanteerd dat de activiteiten omzetgenererend moesten zijn. In deze zaak was ook de jarenlange ervaring doorslaggevend voor de rechter om de fiscus in het ongelijk te stellen.

Niet accepteren. Zit u in een soortgelijke situatie en vindt de fiscus de activiteiten ‘hoofdzakelijk ondersteunend van aard’, ga hier dan niet mee akkoord en teken bezwaar aan.

Hoger beroep mogelijk. De uitspraak is niet in lijn met eerdere uitspraken en kan nog worden voorgelegd aan de Hoge Raad. Dit neemt niet weg dat u zich, als u in soortgelijke omstandigheden verkeert, op deze uitspraak kunt beroepen. De waarde van de uitspraak beperkt zich bovendien niet alleen tot de installatiebranche.