Dwaling, lastig om fouten mee te herstellen
Bedrijfsopvolging en bedrijfspand
‘Foutje’. Bij een bedrijfsopvolging werd door een BV het bedrijfspand verkocht aan haar moedermaatschappij. Dat kan binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting immers belastingvrij. Dit gebeurt dagelijks en zo bijzonder is het niet. Er was hier echter één probleempje.
Die fiscale eenheid was er namelijk niet. Die had men wel kunnen krijgen, maar men was vergeten om de fiscale eenheid aan te vragen. ‘Foutje’, zogezegd. Een stevige belastingaanslag was het gevolg. Dat was natuurlijk niet de bedoeling.
Aanslag bleef overeind
De inspecteur was niet bereid om met de hand over het hart te strijken, zodat de aanslag overeind bleef. Goede raad was duur. Wat nu?
Notarisakte van rectificatie. De notaris die bij deze zaak betrokken was geweest, verzon een list. Er was sprake geweest van dwaling. Zo had men het immers allemaal niet gewild!
Er werd door de notaris in september 2004 een zogenaamde ‘akte van rectificatie’ opgesteld. Daarin werd gesteld dat het de bedoeling van partijen was geweest om de levering van het bedrijfspand binnen de fiscale eenheid vennootschapsbelasting te doen plaatsvinden, zodat er geen belasting verschuldigd zou zijn.
Juridisch getouwtrek. En toen begon het juridisch getouwtrek. De inspecteur wilde niet voor- en niet achteruit.
De Rechtbank Breda vond ook niet dat er was gedwaald.
Maar het Hof in Den Bosch dacht daar anders over. Dat werd weer teruggedraaid door de Hoge Raad, die de zaak verwees naar het Hof Arnhem. En dat Gerechtshof heeft nu een einduitspraak (LJN: BW6254) gedaan.
Wat heeft het Hof nu beslist?
Hof Arnhem. Door de einduitspraak van Hof Arnhem staat definitief vast dat er niet in juridische zin gedwaald is, zodat de aanslag gewoon betaald moet worden.
Bewijslast. Om met succes een beroep op dwaling te kunnen doen, is het volgens het Hof noodzakelijk dat bewezen kan worden dat de betreffende overeenkomst niet zou hebben plaatsgevonden bij een juiste voorstelling van zaken.
Ook moet bewezen worden dat partijen door dwaling die overeenkomst zijn aangegaan. En dat is nog niet zo’n gemakkelijke taak. De rechter oordeelde hier dat van dwaling geen sprake kon zijn, omdat men wist wat de gevolgen waren van de verkoop van het pand buiten de fiscale eenheid.
Over de termijn. Ook een beroep op dwaling over de termijn waarbinnen een fiscale eenheid moet zijn aangevraagd, mislukte. Het Hof vond het namelijk niet aannemelijk dat partijen daarover hadden gedwaald. Ze hadden immers na het het sluiten van de verkoopovereenkomst nog drie maanden de tijd gehad om de fiscale eenheid aan te vragen. Na jaren van procederen stond men dus uiteindelijk met lege handen.
Let op. Wees dus voorzichtig als u belangrijke rechtshandelingen verricht. Het herstel van fouten door een succesvol beroep op dwaling is erg lastig te bewijzen.