DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER - 29.06.2012

De onzakelijke lening verder uitgewerkt

Het Gerechtshof in Arnhem heeft onlangs de criteria die de Hoge Raad heeft gegeven voor een zakelijke lening van een directeur-grootaandeelhouder aan zijn eigen BV, verder uitgewerkt. Waar moet u rekening mee houden?

Wat zei de Hoge Raad ook alweer?

Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad (LJN: BN3442) blijkt het hiernavolgende.

  • Of er sprake is van een onzakelijke lening tussen bijvoorbeeld een directeur-grootaandeelhouder en zijn BV moet in beginsel worden beoordeeld ten tijde van het aangaan van de geldlening.
  • Als gevolg van onzakelijk handelen gedurende de looptijd kan echter een zakelijke lening alsnog onzakelijk worden.
  • Bovendien moet voor de lening als geheel worden beoordeeld of er sprake is van een onzakelijke lening.

Wat speelde er in Arnhem?

Leningen aan BV. X bezit alle aandelen in A BV, die weer alle aandelen B BV bezit. B BV exploiteert een transportbedrijf. In 1998 en 2000 leent X bedragen aan B BV, die worden aangewend voor de aanschaf van transportmiddelen. B BV blijft de rente in eerste instantie schuldig. Later wordt de rente bijgeschreven bij de hoofdsom.

In de leningsovereenkomsten staat geen aflossingsschema, maar wel een opzegtermijn van drie maanden. Zekerheden zijn er verder niet verstrekt en de rente bedraagt 4%.

Afwaardering aftrekbaar? Ultimo 2005 bedraagt de schuld € 425.743,-. In 2005 waarderen X en zijn echtgenote in verband met de aanzienlijke verliezen die B BV lijdt, de vordering - ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden - af tot op nihil.

Standpunt inspecteur. De inspecteur is echter van mening dat er sprake is van een onzakelijke lening en corrigeert de afwaardering.

Uitspraak Gerechtshof Arnhem

Niet opgeëist. X heeft volgens het Hof niet, althans onvoldoende, gehandeld nadat hij wist dat B BV aanzienlijke verliezen leed. Hij was wel tot handelen in staat, omdat de leningen opeisbaar waren met een opzegtermijn van drie maanden. X heeft de leningen niet opgeëist op het moment dat volledige aflossing daarvan nog mogelijk was.

Geen zekerheden. Met uitzondering van het pandrecht dat in augustus 2005 op de transportmiddelen van B BV is gevestigd, heeft X in de loop van de tijd geen zekerheden voor de aflossing van de leningen verlangd. Hij heeft toegestaan dat B BV de rente schuldig bleef. Van het pandrecht heeft hij geen gebruikgemaakt op het moment dat de transportmiddelen verkocht werden aan A BV.

Afwaarderingsverlies niet aftrekbaar. Onder deze omstandigheden is het Hof van mening dat de leningen gedurende de looptijd onzakelijke leningen zijn geworden en daarmee het (afwaarderings)verlies niet aftrekbaar is.

Commentaar

Tip 1. Zorg ervoor dat de leningsovereenkomst tussen u en uw BV naast een zakelijke rente ook een aflossingsschema en zekerheden heeft.

Tip 2. Indien de lening zakelijk is, handel dan ook naderhand zakelijk om te voorkomen dat de lening alsnog onzakelijk wordt en daarmee een (afwaarderings)verlies niet aftrekbaar wordt.

U kunt de besproken uitspraak downloaden van: http://belastingen.indicator.nl (BT 17.11.06).

Gerechtshof Arnhem, nr. 11/00673

Zorg ervoor dat een leningsovereenkomst zakelijk is met zekerheden en een aflossingsschema. Handel daarna ook zakelijk en eis de lening op als later blijkt dat de BV haar verplichtingen niet meer kan nakomen. Anders loopt u het risico dat het afwaarderingsverlies niet aftrekbaar is.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01