Dat je ziek bent, is je eigen schuld, beste kerel!
Praktijkgeval. Een keukenhulp, werkzaam op basis van een tijdelijk oproepcontract, was ruim vier maanden ziek geweest. Al die tijd had hij geen loon ontvangen. Zijn werkgever beriep zich daarbij op artikel 12 van de horeca-cao. Daarin staat dat oproepkrachten geen recht op loon hebben als zij niet werken. Toen zijn tijdelijke contract was afgelopen, eiste de werknemer alsnog loonbetaling.
Geen werk, toch loon. De wet bepaalt dat zieke werknemers sowieso recht hebben op loondoorbetaling. Daarom verplichtte de rechter de werkgever om aan de werknemer alsnog loon over de ziekteperiode te betalen (LJN: BW2567).
Maar de cao is toch verlopen?
Vanwege de cao-loze periode hebben werknemers die ná 1 april 2012 in dienst traden, bij ziekte recht op slechts 70% van hun loon, ongeacht de oorzaak.
Daarover klaagde onze keukenprins ook. Er ontstond ook een geschil over de vraag hoeveel loon de werkgever moest betalen. Normaal gesproken hoeft een werkgever bij ziekte slechts 70% van het loon te betalen. De horeca-cao bepaalt echter dat werknemers tijdens het eerste ziektejaar recht hebben op een aanvulling tot 95% van hun brutoloon, tenzij de ziekte het gevolg is van verwijtbare nalatigheid van de werknemer.
Dat scheelt een slok op een borrel …
Ongeval onder invloed. De werknemer was arbeidsongeschikt geworden door een ongeval buiten werktijd. Terwijl hij onder invloed van alcohol voor een café met een vriend stond te praten, begon hij te huilen. Toen een voorbijganger hem uitlachte, ontstond er ruzie. Om zich af te reageren, sloeg de werknemer met zijn rechterhand tegen een muur en brak zijn pols.
Verwijtbaar. Volgens de rechter is deze arbeidsongeschiktheid veroorzaakt in een situatie dat de werknemer anders had kunnen en moeten handelen. Daarmee was er sprake van ‘verwijtbare nalatigheid’ in de zin van de cao. Daarom kan deze werknemer geen aanspraak maken op de suppletie tot 95% van zijn brutoloon. De werkgever betaalt ‘maar’ 70% van het loon door.
Weer op glad ijs
Te zot voor woorden. Toen de werknemer inmiddels 12 weken thuis zat, besloot hij op wintersport te gaan. Voorafgaand aan deze vakantie had hij zijn behandelend arts geconsulteerd en die vond het vanuit medisch oogpunt verantwoord dat hij ging snowboarden, temeer omdat zijn rechterhand extra werd beschermd door het gips. Toen hij op een blauwe piste ging snowboarden, viel hij voorover op zijn linkerhand. Met als gevolg een gescheurde pees.
Uw collega de dupe. Voor de ziekte die door dit ongeval is veroorzaakt, vindt de rechter dat de werknemer wél aanspraak kan maken op de cao-suppletie tot 95% van zijn loon. Zijn behandelend arts had hem immers niet ontraden op vakantie te gaan. Het feit dat zijn werkgever hem dit wel had ontraden, doet daar niet aan af. De rechter vindt het oordeel van de behandelend arts doorslaggevend (LJN: BW2572). Tip. Achterhaal hoe de ziekte van uw werknemer is veroorzaakt. Is dit door verwijtbare nalatigheid, dan hoeft u de cao-aanvulling op het loon niet te betalen.