PERSONEEL - 10.05.2011

Een borrel na het werk ... da’s toch gewoon?

Dat gaat te ver! Een medewerker van een hotel/restaurant was jaren geleden als bordenwasser in dienst gekomen en had het uiteindelijk geschopt tot bedrijfsleider. Al snel bleek dat die laatste functie voor hem te hoog was gegrepen. Daarom had zijn werkgever onlangs besloten hem naar één van zijn andere restaurants over te plaatsen in de functie van restaurantchef . Op zijn laatste dag als bedrijfsleider besloot hij na afloop van zijn dienst - om 23.00 uur - met zijn collega’s bij wijze van afscheid na te borrelen. Achteraf gezien had hij dat beter niet kunnen doen, want het liep nogal uit de hand. De borrel eindigde pas in de vroege ochtend rond 05.30 uur, nadat er op kosten van de werkgever flinke hoeveelheden alcohol waren genuttigd. En toen de volgende ochtend de ontbijtploeg arriveerde, troffen zij verspreid over het ho­­tel tal van bierviltjes aan met voor de eigenaar van het hotel beledigende teksten en tekeningen.

Je kunt me niet zomaar ontslaan!

Één keer. De bedrijfsleider werd op staande voet ontslagen. Hij stapte naar de rechter omdat het ontslag volgens hem een te zware sanctie was. Hij vond dat de gebeurtenissen tijdens de borrel moesten worden gezien in het licht van de bijzondere omstandigheden van die avond: zijn laatste werkdag als bedrijfsleider. Bovendien vond hij dat hij niet verantwoordelijk was voor de uit de hand ge­­lopen borrel. Zijn laatste dienst was immers om 23.00 uur die avond geëindigd en vanaf dat mo­­ment was hij formeel geen bedrijfsleider meer.

Werkgever was al soepel geweest

De kantonrechter kon zich voorstellen dat de overplaatsing naar een andere functie in een ander ho­­tel voor de bedrijfsleider onverwacht kwam en dat dat emoties met zich meebracht. Gelet op zijn functioneren was de overplaatsing echter begrijpelijk. Dat hij toch nog een nieuwe kans kreeg en op een andere locatie zijn dienstverband voort kon zetten, had hem ertoe moeten bewegen zich verder voorbeeldig te gedragen. En al helemaal omdat er al eerder incidenten waren geweest en hij tijdens een functioneringsgesprek al eens te horen had gekregen dat hij op zijn drankgebruik moest letten.

Opletten. Volgens de rechter (LJN: BP7325) was hij na afloop van zijn laatste dag officieel wellicht niet langer bedrijfsleider, maar door zijn collega’s werd hij nog steeds wel als zodanig gezien.

Daarom had hij kunnen en moeten ingrijpen toen de borrel uit de hand liep. Bovendien kende hij als geen ander de huisregels die bepalen dat het personeel niet langer dan een half uur na sluitingstijd aanwezig mag zijn en dat zij geen alcoholische dranken mogen nuttigen.

Vroege uurtjes. Overigens gebeurde het in de praktijk wel vaker - en werd het ook stilzwijgend toegestaan - dat er een sluitdrankje werd genuttigd. De bedrijfsleider had echter moeten ingrijpen toen er meer dan het gebruikelijke sluitdrankje werd genuttigd. De kantonrechter achtte het ontslag onder deze omstandigheden terecht gegeven.

Hoe voorkomt u zo’n kater?

Leg schriftelijk in huisregels vast of er na afloop van de werktijd een sluitdrankje mag worden gedronken. Stel perk en paal aan overmatig drankgebruik en sanctioneer misdragingen. Zorg dat iedereen de regels kent én kan zien en zorg dat die regels ook worden nageleefd.