FISCOTIP - 11.12.2009

Levensloop ook voor de DGA

Levensloopregeling

Via de levensloopregeling kan een werknemer maximaal 12% van zijn loon sparen voor onbetaald verlof. Dit bedrag moet afgestort worden op een geblokkeerde rekening. Het rendement dat met de rekening wordt behaald, wordt bij het tegoed geschreven. In totaal mag een werknemer niet meer dan 210% van zijn loon opbouwen.

Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) kunt u ook meedoen aan de levensloopregeling.

Rentevoordeel. Het gespaarde loon is aftrekbaar. U spaart dus uit uw brutoloon en betaalt pas belasting op het moment dat u het gespaarde loon opneemt. Dit levert een rentevoordeel op.

Extra heffingskorting. Een ander voordeel is dat u per jaar waarin u aan de levensloopregeling meedoet, recht heeft op een extra heffingskorting van € 195,- (2009). Ook al is uw bijdrage in een jaar maar € 1,- geweest! Pas op het moment van opname wordt het totaal van deze heffingskortingen in mindering gebracht op het opgenomen bedrag. Heeft u dus bijvoorbeeld 20 jaar deelgenomen, dan heeft u 20 x € 195,-, ofwel een korting van € 3.900,-, opgebouwd.

Vrijgesteld in box 3. Nog een voordeel is dat het gespaarde levensloopbedrag is vrijgesteld van belastingheffing in box 3. Dit scheelt u jaarlijks 1,2% over het gespaarde totaalbedrag.

Extra opbouw

Als DGA kunt u ook sparen voor vervroegd pensioen. Tip. Via een extra tegemoetkoming is dit zelfs voor oudere DGA’s mogelijk. Een DGA die op 31 december 2005 tussen de 51 en 56 jaar oud was, mag namelijk meer dan 12% per jaar sparen. Het is zelfs mogelijk het hele salaris voor de levensloopregeling aan te wenden. U moet daarbij als DGA wel rekening houden met de gebruikelijkloonregeling.

Gebruikelijk loon? Door de storting in de levensloopregeling mag het salaris van een DGA niet onder de grens van het gebruikelijk loon komen. Het gebruikelijk loon ligt voor 2009 minimaal op € 40.000,-. U zult uw salaris dus moeten verhogen, als uw gebruikelijk loon onder de grens uit dreigt te komen door de storting.

Voorbeeld

Stel dat u € 20.000,- aan de BV kunt onttrekken. Na betaling van vennootschapsbelasting en de heffing in box 2, houdt u bij opname € 12.000,- over. Als u dit bedrag 10 jaar op een spaarrekening zet tegen 4% rente, heeft u na 10 jaar € 15.780,- ter beschikking.

Verhoogt u uw salaris in de BV met € 20.000,- en gebruikt u dit voor een levensloopregeling, dan beschikt u na 10 jaar over € 29.605,-. Neemt u voor dit bedrag verlof op, dan betaalt u bij een tarief van 42% € 12.434,- belasting. Kunt u 10 keer de heffingskorting te gelde maken (u stortte de andere negen jaren bijvoorbeeld € 1,-), dan houdt u per saldo € 19.121,- over. Ofwel 21% meer dan wanneer u gewoon had gespaard.

Ook van belang. Uit dit voorbeeld blijkt dat vooral het belastingtarief dat u over uw levensloopsaldo betaalt van belang is. Dit is ook afhankelijk van de vraag of u in het jaar van opname aftrekposten heeft, zoals hypotheekrente of ziektekosten. Vaak is dit te beïnvloeden. Ook via de middelingsregeling kunt u het tarief matigen. Vergeet niet dat als u aan de levensloopregeling deelneemt, u niet ook aan de spaarloonregeling kunt deelnemen.