Hoeveel blaffende honden kun je hebben?
Als uw cliënt meldt dat zijn buurman een hond heeft, voorziet u geen problemen. En dat die hond af en toe blaft, mag ook geen probleem zijn. Maar waar ligt de grens tussen hinder die er nu eenmaal bijhoort en onrechtmatige hinder?
Blaffende honden
Als mensen bij elkaar wonen, hebben zij soms wel eens last van elkaar. Zeker in oudere rijtjeshuizen horen buren elkaar zo af en toe. Zelfs als buren zo veel mogelijk rekening met elkaar houden, kan er sprake zijn van overlast of hinder.
Er is echter een belangrijk verschil tussen ‘gewone’ hinder die iedereen heeft te dulden en onrechtmatige hinder. Als er sprake is van onrechtmatige hinder, kan daar wel tegen worden opgetreden.
Eerst praten
Voordat een bewoner naar de rechter stapt, is het natuurlijk verstandig eerst zelf met de buren te gaan praten. Mogelijk kunnen er met de buren afspraken worden gemaakt over het beperken van de overlast. Pas als blijkt dat er niet te praten valt of de gemaakte afspraken niet worden nagekomen, is het zinvol om naar de rechter te stappen. De rechter zal er namelijk bij zijn oordeel rekening mee houden wat betrokkenen zelf hebben gedaan om de problemen op te lossen.
Tip. Adviseer uw cliënt altijd om éérst met de buren te gaan praten.
Onrechtmatige hinder
Overlast. Het echtpaar Caanen heeft een groot aantal honden. Op een zeker moment verhuizen zij van een vrijstaande woning naar een rijtjeshuis. Het betreft een wat oudere woning die erg gehorig is. De buren klagen bij het echtpaar Caanen over geluids- en stankhinder, maar dit leidt niet tot een bevredigende oplossing.
Stap 1. Informeer eerst of er een buurtbemiddelaar actief is. U kunt deze kostenloos inschakelen.
Stap 2. De buren schakelen eerst de gemeente in en deze probeert met Caanen tot een oplossing te komen. De gemeente wil dat Caanen het aantal honden terugbrengt van 11 naar 5. Caanen wil hieraan wel meewerken, maar uitsluitend door natuurlijk verloop. Volgens Caanen is het niet gelukt om de honden elders onder te brengen en gaat het om honden die naar verwachting niet lang meer te leven hebben. Volgens Caanen lost het probleem zich als het ware vanzelf op. De gemeente laat weten hiermee niet akkoord te gaan, maar doet verder niets.
Kort geding
Stap 3. De buren laten het er niet bij zitten en spannen een kort geding aan tegen het echtpaar Caanen (LJN: BK0901). De rechter stelt voorop dat het min of meer onvermijdelijk is dat buren van tijd tot tijd enige hinder van elkaar ondervinden, zeker in een kleine, wat oudere en erg gehorige woning. Ook in zo’n woning mag de bewoner één of enkele huisdieren houden.
Belangenafweging. Zoals altijd moet de rechter ook in dit geval een belangenafweging maken. Het gaat hier om het belang van het echtpaar Caanen om de honden te mogen houden tegenover het belang van de buren om niet te worden aangetast in hun woongenot.
Afbouwen. De rechter oordeelt dat het gezien de bouwaard en de staat van de woningen niet onrechtmatig is om honden te houden, zelfs niet als dat enige overlast veroorzaakt. De woningen in kwestie zijn echter ongeschikt om 11 honden te houden. De rechter veroordeelt het echtpaar Caanen om het aantal honden binnen een tijdsbestek van 10 maanden terug te brengen tot 4.