RECHT VAN DE WERKPLEK - 01.07.2008

Die probleemanalyse is nu juist het probleem!

Als uw werknemer langer ziek dreigt te worden, moet er een probleemanalyse worden gemaakt door de bedrijfsarts. Soms geeft die probleemanalyse u niet voldoende handvatten. Waar moet u dan op letten? En wat kunt u doen?

Poortwachteren

Volgens het Burgerlijk Wetboek moet u er als werkgever voor zorgen dat uw zieke werknemer bij u aan de slag kan blijven. Als dat niet kan in zijn eigen werk, eventueel met aanpassingen, dan moet u zorgen voor ander, passend werk.

Hoezo passend? ‘Passend werk’ is werk dat past bij de krachten en bekwaamheden van de zieke werknemer. Dit is dus voor iedere werknemer anders en moet worden vastgesteld aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval.

Concrete omstandigheden? Als u als werkgever moet gaan kijken naar de werkzaamheden die passend zijn voor u werknemer, weet u meestel wel zo’n beetje wat de bekwaamheden van deze werknemer zijn. Maar zijn krachten ...? Die hangen natuurlijk samen met zijn ziekte. En omdat u geen dokter bent, kunt u dat niet beoordelen. Uw bedrijfsarts zal hier de functionele mogelijkheden moeten vaststellen. Hij doet dat in de probleemanalyse.

De probleemanalyse

De probleemanalyse bestaat uit twee delen:

• de analyse; en

• concrete acties om het herstel te bevorderen.

Dit is de basis voor de re-integratie van uw werknemer. Hoe eerder hij weer aan het werk is, hoe beter voor hem en hoe goedkoper voor u.

Wat mag u verwachten? De probleemanalyse moet worden gemaakt door uw bedrijfsarts of arbodienst, normaal gesproken als uw werknemer zes weken ziek is en het ernaar uitziet dat hij langer ziek zal blijven. Als duidelijk is dat uw werknemer op korte termijn beter zal zijn, hoeft er geen probleemanalyse gemaakt te worden (bijvoorbeeld als uw werknemer zijn been gebroken heeft).

In de probleemanalyse moet uw arbodienst of uw bedrijfsarts vastleggen wat de omstandigheden van de werknemer zijn. Uit de diagnose en de prognose moet blijken welke beperkingen hij heeft. Let op. Een arbeidsconflict moet uitdrukkelijk worden vermeld. Hiervoor gelden andere regels. Tip. Maak het plan van aanpak vanuit de twee delen van de probleemanalyse.

Herken een goede probleemanalyse!

Zoals gezegd, de probleemanalyse is de basis voor de re-integratie van uw werknemer. Deze analyse moet dus duidelijk zijn en u voldoende aanknopingspunten geven om samen met uw werknemer te werken aan re-integratie. Zo beoordeelt u dit.

• De probleemanalyse moet duidelijk maken wat uw werknemer nog wel kan, zowel op fysiek als op mentaal gebied.

• Als in de probleemanalyse geadviseerd wordt dat het werk niet hervat kan worden, is het belangrijk om na te gaan of u en uw werknemer het daarmee eens zijn.

• Als geadviseerd wordt dat uw werknemer het werk gedeeltelijk kan hervatten, moet duidelijk zijn vanaf wanneer dit kan, voor hoeveel uren en welk werk hij concreet kan gaan doen.

• Duidelijk moet zijn welke extra inspanningen werkgever en werknemer moeten doen.

• De probleemanalyse moet een concrete prognose geven over de re-integratie.

Niet mee eens? Vraag dan voor € 50,- een second opinion bij het UWV. Immers, de probleemanalyse is niet meer dan een oordeel van uw Arbodienst. U kunt het daar ook niet mee eens zijn.

Beoordeel of de probleemanalyse concreet genoeg is zodat u weet wat u wél of juist niet moet doen. Als u het er niet mee eens bent, kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01