Afspraak is afspraak
Het sluiten van een maatschapsovereenkomst krijgt vaak te weinig aandacht, zeker als het om een samenwerking tussen familieleden gaat. Wat is wijsheid als bij het einde van de samenwerking de verhoudingen verstoord zijn?
Een klein familiedrama
De familie Grijpstra bestaat uit vader, moeder en vier kinderen. Vader Grijpstra is ondernemer. Het bedrijf laat al vele jaren bescheiden resultaten zien. Op een kwade dag krijgt vader Grijpstra een hersenbloeding en kan daardoor het werk niet meer alleen aan. EĂ©n van de kinderen springt regelmatig bij en besluit na enig Âaarzelen om zijn baan op te geven en samen met zijn vader het bedrijf te gaan exploiteren.
Dat moeten we op papier zetten
De boekhouder van vader Grijpstra krijgt de opdracht om een maatschapsovereenkomst op te stellen om de samenwerking schriftelijk vast te leggen. De instructies aan de boekhouder zijn uiterst summier en de boekhouder zelf vraagt ook niet door. Hij gaat op eigen houtje aan de slag met een modelcontract dat op zijn kantoor regelmatig gebruikt wordt.
De punten waarover vader zich niet heeft uitÂgeÂlaten, vult hij in op de manier die hij redelijk vindt. Daarbij is hij van mening dat de zoon, die een goede baan heeft opgegeven om vader te helpen, niets tekort mag komen. Het was nadrukkeÂlijk niet de bedoeling dat de zoon op enig moment het bedrijf zou overnemen.
Contractbespreking. Het contract wordt beÂÂsproken met vader, moeder en zoon. De betrokkenen zijn het achteraf niet met elkaar eens over hoe diepgaand deze bespreking was. Op zeker moment wordt het maatschapscontract onderÂtekend en gaan vader en zoon verder op de ingeslagen weg. De samenwerking tussen vader en zoon zal uiteindelijk 10 jaar duren, waarna de maatschap wordt ontbonden.
Stille reserves. Het maatschapscontract bepaalt dat vader het bedrijf inbrengt in de maatschap onder het voorbehoud van stille reserves. Dit betekent dat de meerwaarde van het bedrijf, zoals deze op het moment van inbreng aanwezig is, aan vader toekomt. Het maatschapscontract bepaalt niet wat er moet gebeuren met de stille reserves die ontstaan vanaf het moment van aangaan van de maatschap tot de ontbinding. Deze onduidelijkheid breekt de zoon later lelijk op.
Het einde van de rit
Na het bereiken van de 65-jarige leeftijd door vader wordt de maatschap ontbonden. Op dat moment gaat het fout. Vader en zoon Grijpstra zijn het niet met elkaar eens over wat er is afgesproken en komen als kemphanen tegenover elkaar te staan. De zoon vindt dat hij recht heeft op de stille reserves die zijn ontstaan na het aangaan van de maatschap. Als hij niet mag delen in deze stille reserves wordt zijn financiële situatie onmogelijk.
Vader vindt daarentegen dat de ideeën van de zoon over wat is afgesproken, leiden tot benadeling van de andere kinderen en dat heeft hij nooit gewild.
Naar de rechter
Uiteindelijk stappen vader en zoon naar de Ârechter (LJN: BC8152). Omdat het maatschapsÂcontract onvoldoende duidelijkheid geeft, moet de rechter het contract gaan uitleggen.
De rechter kiest voor de uitleg die vader voorstaat. Hij vindt wel dat de zoon erg weinig overhoudt aan de samenwerking maar dit leidt hoogstens tot een morele plicht van vader om een extra verÂgoeding aan de zoon te geven. De zoon blijft dus met (bijna) lege handen staan.