BEDRIJFSHUUR - 28.09.2007

Baatbelasting op bordje van huurder?

Wie krijgt aanslag baatbelasting?

Onder de naam baatbelasting kan door de gemeente een belasting worden geheven van onder andere de eigenaar of bezitter van een onroerende zaak (bijvoorbeeld een winkel of een andere bedrijfsruimte), indien deze onroerende zaak is gebaat door voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

In dat geval worden de aan de voorzieningen verbonden lasten geheel of gedeeltelijk omgeslagen over de eigenaren of bezitters van de ‘gebate’ onroerende zaken. Voor de liefhebbers, dit is geregeld in artikel 222 van de Gemeentewet.

Doorbelasten aan huurder?

De praktijk laat vaak zien dat deze baatbelasting vervolgens (dus nadat de gemeente de belasting bij de eigenaar van een onroerende zaak heeft neergelegd) door eigenaar/verhuurder wordt doorbelast aan zijn huurder.

Model huurovereenkomst ROZ. In de meest recente versie van de algemene bepalingen van de ROZ (Raad voor Onroerende Zaken) huurovereenkomsten is rekening gehouden met baatbelasting en is daarvoor een speciale bepaling opgenomen in artikel 20.1.

Daarin staat dat ‘ook baatbelasting, of daarmee verwante belastingen of heffingen (…), voor rekening komen van huurder, indien en voor zover huurder is gebaat bij datgene op grond waarvan de aanslag of heffing wordt opgelegd’.

Bovendien staat in artikel 20.1 dat ‘de overige bestaande of toekomstige belastingen (…) voor rekening van huurder komen, die niet geheel of gedeeltelijk zouden zijn geheven of opgelegd, als het gehuurde niet aan huurder in gebruik zou zijn gegeven’.

Op basis van deze bepaling is het duidelijk dat huurder gehouden is (een gedeelte van) de baatbelasting te voldoen.

Wat staat er in de huurovereenkomst?

Echter, in veel oude overeenkomsten en ook oude algemene voorwaarden, waaronder die van de ROZ daterend van vóór juli 2003, luidt de tekst vaak als volgt:

‘Voor rekening van huurder komen, ook als verhuurder daarvoor wordt aangeslagen: overige bestaande of toekomstige belastingen, precariorechten, lasten, heffingen en retributies terzake van het gehuurde en van zaken van huurder.’

Let op. Uit een recente uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch (LJN: BA2889) blijkt dat het onder dergelijke algemene voorwaarden een verhuurder niet is toegestaan om de baatbelasting over te hevelen naar de huurder. Voor doorbelasting van de baatbelasting is namelijk een uitdrukkelijk overeengekomen contractueel beding vereist en daarvan in dit geval geen sprake is.

Aan de woorden ‘terzake van het gehuurde en van zaken van huurder’ kan volgens de rechter niet een zodanige ruime strekking worden toegekend dat daaronder tevens moet worden begrepen de baatbelasting die geheven wordt voor verbeteringen die niet aan het verhuurde pand zelf zijn aangebracht, maar die betrekking hebben op de omgeving.

In dat geval moet de baatbelasting worden voldaan door de eigenaar/verhuurder en mag die niet zomaar worden afgewenteld op de huurder.

Tip. Dat is dus slechts anders indien wordt afgesproken dat die baatbelasting wordt geheven vanwege het gebruik dat huurder van de gehuurde ruimte heeft.