Levensloop of spaarloon
Over enkele weken staan werknemers voor de keuze: levensloopregeling of spaarloonregeling? Ze mogen slechts een van de twee regelingen toepassen. Wat kunt u ze adviseren?
Wat valt er te kiezen? Het staat u vrij om een spaarloonregeling aan uw personeel aan te bieden. Men kan het u niet verplichten.
Voor de levensloopregeling ligt dat anders. Als uw werknemer daaraan wil deelnemen, kunt u dat (vanaf volgend jaar) niet weigeren uit te voeren.
Uw werknemer mag in een kalenderjaar slechts aan één van beide regelingen deelnemen.
Aangezien het overgrote deel van de bedrijven momenteel een spaarloonregeling kent, komen dus begin volgend jaar de meeste werknemers voor de keuze te staan: voortzetten van de spaarloonregeling of starten met de levensloopregeling (of geen van beide). Wat is de beste keuze?
Belangrijkste kenmerken
Spaarloonregeling. Deelname is mogelijk vanaf het jaar volgend op dat waarin uw werknemer bij u in dienst treedt. Uw werknemer kan dan maximaal € 613,- van zijn brutoloon sparen. Er worden geen premies en geen belastingen over geheven. Het gespaarde geld moet vier jaren op een geblokkeerde spaarrekening bij een bank staan. Uw werknemer mag het ook meteen gebruiken voor een van de toegestane bestedingen zoals: kinderopvang, de eigen woning, een premie voor een lijfrente of voor een levensverzekering.
Levensloopregeling. Het loon dat uw werknemer spaart voor de levensloopregeling is voorlopig onbelast voor de loonheffing. Er worden wel meteen premies werknemersverzekeringen over berekend. Uw werknemer kan per jaar maximaal 12% van het brutojaarloon sparen. Indien uw werknemer geboren is in de jaren 1950 tot en met 1954 geldt zelfs die grens niet. Per gespaard jaar is er voor uw werknemer een fiscaal voordeel van € 183,-. Hij krijgt dat alleen bij verlofopname.
Het levensloopgeld kan worden gebruikt voor:
• het opnemen van bijzonder verlof (zoals ouderschapsverlof en zorgverlof);
• het opnemen van extra gewoon verlof, mits u daarin toestemt;
• vervroegd stoppen met werken voorafgaand aan de pensioendatum;
• als aanvullende pensioenpremie, indien de pensioenregeling daar belastingtechnisch nog ruimte voor biedt.
Spaarloon | levensloop |
Per jaar max. € 613,-. | Per jaar max. 12% van het jaarloon. |
Uiterlijk na 4 jaar vrij beschikbaar. | Alleen te gebruiken voor extra verlof of pensioen. |
Geen loonheffing, geen sociale premies.Werkgever betaalt 25% belasting, bespaart zich wel werkgeverspremies. | Slechts uitstel van belastingheffing, wel meteen sociale premies.Per spaarjaar € 183,- fiscaal voordeel. |
Wat geeft de doorslag?
Voor uw werknemer. Voor het merendeel van de werknemers is de spaarloonregeling aantrekkelijk.
De levensloopregeling vinden wij alleen interessant voor werknemers die zeker weten dat:
• ze het spaargeld willen gebruiken voor extra verlof, vervroegd stoppen met werken of als extra pensioenpremie;
• ze het spaarsaldo in de tussentijd niet nodig zullen hebben voor andere uitgaven (dus de beter betaalde of meer vermogende werknemer);
• ze een fiscaal tariefsvoordeel behalen, doordat ze in het jaar van verlofopname verwachten een lager inkomen te hebben.
Voor u. Financieel maakt het voor u niet veel uit welke regeling uw werknemer kiest. De levensloopregeling zal vaak wel de meeste administratieve rompslomp met zich meebrengen.