Fiscale eenheid, per direct!
Stel, u heeft verschillende ondernemingen. Voor de omzetbelasting kan dan een ‘fiscale eenheid’ handig zijn. Hoe werkt dat en wat is nu nieuw op dit gebied?
Wanneer speelt dat? Ondernemers die, zoals dat in fiscalistentaal heet, ‘financieel, economisch en organisatorisch verbonden zijn’, kunnen voor de omzetbelasting (BTW) worden aangemerkt als een fiscale eenheid. Dat werkt bijvoorbeeld ook tussen u als directeur-grootaandeelhouder (dga) en B.V.’s.
Hoe werkt dat? Er hoeft bij zo’n fiscale eenheid voor de hele club van ondernemingen maar één BTW-aangifte ingediend te worden. Een stuk administratief gemak dus. Het grote voordeel van een fiscale eenheid is dat de onderdelen van de fiscale eenheid onderling geen met BTW belaste prestaties verrichten. Let op. Een belangrijk nadeel is de hoofdelijke aansprakelijkheid. Dus dat iedere ondernemer (zowel de B.V. als uzelf als dga) aansprakelijk gesteld kan worden voor onbetaald gebleven omzetbelastingschulden (bijv. bij een faillissement) van alle onderdelen van de fiscale eenheid.
Per wanneer gaat dat dan in?
Wat is nu nieuw? Tot voor deze uitspraak van de hoogte belastingrechter gold dat de fiscale eenheid fiscaal pas inging per de eerste dag van de maand volgend op die waarin de inspecteur schriftelijk (via een beschikking) had laten weten dat hij akkoord ging met de fiscale eenheid. De Hoge Raad heeft onlangs in een arrest (van 22 april 2005, nr. 38659) geoordeeld dat die ingangsdatum voor fiscale eenheid terug kan gaan per het moment dat voldaan is aan de voorwaarden voor zo’n fiscale eenheid. De Hoge Raad besliste namelijk dat het tijdstip waarop de belastingplichtigen verzoeken als één ondernemer te worden aangemerkt, niet van belang is voor de bepaling van het ingangstijdstip van de fiscale eenheid. Hetzelfde geldt voor het tijdstip waarop door de inspecteur op een zodanig verzoek wordt beslist. U kunt zich er dus op beroepen dat u als één belastingplichtige voor de BTW (= fiscale eenheid) kunt worden aangemerkt vanaf het tijdstip waarop er sprake is van in financieel, organisatorisch en economisch opzicht nauw met elkaar verbonden zijn.
Welke voorwaarden spelen?
De voorwaarden (waar u allemaal aan moet voldoen) om als fiscale eenheid aangemerkt te kunnen worden, zijn: 1. iedere B.V. en/of uzelf als dga die deel wil uitmaken van de fiscale eenheid, moet voor de BTW aangemerkt worden als ondernemer. Dat speelt voor de BTW al direct op het moment dat u zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent. 2. Deze ondernemers moeten in Nederland gevestigd zijn. 3. Er moet sprake zijn van ‘economische verwevenheid’, dit wil zeggen dat de tot de fiscale eenheid behorende ondernemers hetzelfde economische doel nastreven dan wel dat de activiteiten van de ene ondernemer in hoofdzaak ten behoeve van de andere ondernemer worden uitgeoefend. 4. Er moet sprake zijn van ‘organisatorische verwevenheid’, dit wil zeggen dat de ondernemingen onder een gezamenlijke, althans als eenheid functionerende leiding moeten staan. 5. Er moet sprake zijn van ‘financiële verwevenheid’, dus dat de meerderheid van de zeggenschap in dezelfde handen is.
Let op. De inspecteur kan ook eigenmachtig - als aan alle bovengenoemde voorwaarden is voldaan - stellen dat er sprake is van een fiscale eenheid en dan speelt er dus persoonlijke aansprakelijkheid.
Geen naheffing plus boete. In de praktijk wordt nogal eens gehandeld als ware er sprake van een fiscale eenheid zonder dat er een beschikking door de Belastingdienst is afgegeven. Het arrest voorkomt in dat geval dus dat de Belastingdienst BTW met boete kan gaan naheffen. Beroep u hier dus op als dat speelt.