Welk OZB-tarief voor uw woning?
De onroerendezaakbelasting kent tarieven voor woningen en voor niet-woningen. Wanneer geldt het een en wanneer het ander?
Tarieven. Het belang van deze vraag ligt in het tariefverschil. Het tarief voor woningen is veelal lager dan dat voor niet-woningen. U heeft dus belang bij een kwalificatie als woning.
Geen domme vraag. Wat is een woning?Dat lijkt een domme vraag, maar dat is het voor de OZB zeker niet. Volgens (voor de liefhebbers: artikel 220f van) de Gemeentewet is een woning een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient. Een ‘niet-woning’ is een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient. In hoofdzaak wil zeggen voor 70% of meer. Hoe bepaalt u die 70% en waarvan neemt u die?
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning, indien de WOZ-waarde van die onroerende zaak in hoofdzaak (voor ten minste 70%) kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning, dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Stel, twee panden bestaan uit een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte. De opbouw van de WOZ-taxatie is als volgt:
pand 1 | pand 2 | |
Woongedeelte | € 250.000,- (50%) | € 360.000,- (72%) |
Bedrijfsgedeelte | € 250.000,- (50%) | € 140.000,- (28%) |
Totale waarde | € 500.000,- (100%) | € 500.000,- (100%) |
Pand 1 zal worden aangemerkt als niet-woning, want het woongedeelte heeft een lagere waarde dan 70% van de gehele taxatie. Voor de gehele waarde van € 500.000,- geldt het (hoge) niet-woningentarief. Pand 2 is een woning: voor de hele waarde van € 500.000,- geldt het (lage) woningentarief.
In het voorbeeld is sprake van één onroerende zaak. Indien het woongedeelte een aparte onroerende zaak geweest zou zijn, zou hiervoor natuurlijk gewoon het woningentarief gelden. Het is dus van belang om vast te stellen of er sprake is van één of van meerdere onroerende zaken of objecten. Een bedrijfswoning die losstaat van de bedrijfsgebouwen valt onder het woningentarief. Tip. Probeer, om zo min mogelijk OZB te betalen, de woning c.q. de voor woondoeleinden gebruikte objecten of gedeeltes af te splitsen van het geheel en als een aparte zaak aan te merken.