Pas op met gouden handdruk en VUT
De wetsvoorstellen over VUT-regelingen en over regelingen voor prepensioen zijn door het parlement aangenomen. De meeste onderdelen gelden met ingang van 2006. Maar soms krijgt u er nu al mee te maken. Hoe zit dat?
Het gaat om een heel pakket van maatregelen. In dit artikel beperken wij ons tot de VUT-regelingen en tot de gouden handdruk in de vorm van een ‘stamrecht’. Een stamrecht is een recht op een steeds met vaste tussenpozen terugkomende uitkering waarvoor een koopsom is gestort. Denk bijvoorbeeld aan een lijfrente.
Belasting over premie of uitkering?
In de Nederlandse loonbelastingwetgeving worden, onder voorwaarden, bijdragen van de werkgever voor een oudedagsregeling (zoals een pensioen of een VUT) niet belast. Als de werknemer de premies zelf betaalt, mogen deze, als aan de voorwaarden voldaan wordt, in aftrek worden gebracht bij de loonheffing of in de inkomstenbelasting. Hierdoor blijven de rechten op pensioenuitkeringen (zogenaamde ‘aanspraken’) onbelast. Pas op het moment van pensioenuitkering wordt belasting geheven, over het uitgekeerde bedrag.
In de nieuwe wet worden de voorwaarden waaronder de aanspraak onbelast kan blijven, aangescherpt.
Algemene overgangsregeling
Regelingen die u vóór 1 januari 2005 al heeft ingevoerd, hoeft u niet onmiddellijk aan te passen. U krijgt tot 1 januari 2006 de tijd. In het jaar 2005 mag voor deze gevallen de voorheen geldende belastingwetgeving worden toegepast. Dat geldt voor de op 1 januari 2005 al bestaande:
• VUT-regelingen;
• prepensioenregelingen en overbruggingspensioenregelingen (tijdelijk ouderdomspensioen tot aan de 65e verjaardag);
• vroegpensioenregelingen (levenslang ouderdomspensioen, ingaande vóór het 65e jaar).
VUT en prepensioen
Voor VUT-regelingen is een ‘ontmoedigingsbeleid’ bedacht. Over de bijdragen van een werkgever zal 26% belasting (eindheffing) bij de werkgever worden geheven. De premie die de werknemer betaalt, is nog slechts voor de helft aftrekbaar.Vanaf 2011 wordt de eindheffing zelfs verhoogd naar 52% en vervalt de aftrek voor de werknemersbijdrage.
Bestaande VUT. De nieuwe wetgeving zal niet gelden voor VUT-regelingen die al vóór 1 januari 2005 zijn ingevoerd en recht geven op uitkeringen aan werknemers die:
• al vóór 1 januari 2006 een uitkering genoten; of
• vóór 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn.
Pas op met gouden handdruk
Bij ontslag wordt aan een werknemer vaak een schadevergoeding toegekend. Daarover moet loonbelasting en soms premies werknemersverzekeringen worden geheven. Maar dat kon worden uitgesteld. Namelijk door in plaats van een gewoon geldbedrag een ‘stamrecht’ toe te kennen; een koopsom voor een recht op periodieke uitkeringen. Dat kan, onder voorwaarden, via een levensverzekeraar of via een ‘stamrecht-B.V’. van de ontslagen werknemer. Maar, wanneer nu zo’n stamrecht voldoet aan de definitie van ‘VUT-regeling’, dan moet de werkgever 26% eindheffing gaan betalen. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Let op. Het bovengemelde geldt voor regelingen die vanaf 1-1-2005 zijn toegekend.
Speel op zeker. Let er dus goed op dat de inhoud van de afspraken niet aangemerkt kan worden als een (verkapte) vut- of prepensioenregeling. Het is daarvoor bijvoorbeeld belangrijk dat het recht op een ontslaguitkering niet alleen wordt verstrekt aan ouderen.