De afdracht van loonheffing goed verminderen
Op grond van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premies volksverzekeringen kunt u als werkgever een korting op de afdracht van loonheffing krijgen. Hoe werkt dat en waar moet u op letten?
Er zijn diverse categorieën afdrachtverminderingen, bijvoorbeeld voor onderwijs, speur- en ontwikkelingswerk, ouderschapsverlof en zeevaart. De meest bekende is de afdrachtvermindering voor werknemers met lage lonen. Let op. Deze afdrachtvermindering wordt per 1 januari 2006 afgeschaft. U kunt er dus alleen nog dit jaar van profiteren. Bij veel werknemers kan het om leuke bedragen gaan.
Wie komen ervoor in aanmerking?
Lage lonen. De afdrachtvermindering lage lonen geldt voor werknemers die 23 jaar of ouder zijn. Samenloop met andere afdrachtverminderingen kan; per werknemer kunt u dus meerdere afdrachtverminderingen krijgen. Let op. Wordt echter voor een werknemer afdrachtvermindering lage lonen in combinatie met afdrachtvermindering onderwijs geclaimd, dan is de vermindering gemaximeerd tot het bedrag van € 3.405,- per werknemer.
Toetsloon. U kunt de afdrachtvermindering pas toepassen als het loon van de werknemer niet hoger is dan een bepaald maximum, het zogeheten ‘toetsloon’. Voor 2005 bedraagt het toetsloon € 1.483,75 per maand (bij 36 uur per maand). De afdrachtvermindering is dan maximaal € 44,17.
Hoe werkt de afdrachtvermindering?
Om te bepalen of het loon van een werknemer niet hoger is dan het toetsloon, gaat u uit van het bedrag dat vermeld staat in kolom 14 van de loonstaat. Het loon waarover de loonheffing wordt berekend (= het kolom 14-loon) vermindert u met navolgende loonbestanddelen: 1. het loon dat in de regel slechts eenmaal per jaar wordt toegekend, zoals vakantiegeld, bonussen, etc., 2. het loon uit vroegere dienstbetrekking, 3. het overwerkloon (niet-zijnde meeruren bij parttimers).
U berekent vervolgens per aangiftetijdvak het totale bedrag van de afdrachtvermindering en trekt dat vervolgens af van het totaalbedrag aan ingehouden loonheffing dat u heeft aangegeven in de aangifte. Bij deeltijdwerkers bepaalt u de afdrachtvermindering naar rato van het gewerkte aantal uren.
Voorbeeld.De werknemer werkt 20 uur per week en verdient bruto € 750,- per maand. Het toetsloon is 20/36 x € 1483,75 = € 824,30. Het loon van de werknemer is lager dan het toetsloon. De afdrachtvermindering is 20/36 x € 44,17 = € 24,54.
Let op. De rekensom mag er niet toe leiden dat het eindbedrag op de aangifte negatief wordt. Het deel van de afdrachtvermindering dat u niet benut, mag u niet doorschuiven naar de volgende periode.
Wanneer kan het fout gaan?
Alleen indien het loon van kolom 14 lager is dan het toetsloon, heeft u recht op afdrachtvermindering. Het is dus van belang dat het kolom 14-loon correct wordt vastgesteld. In de praktijk kunt u daar onbewust mee in de fout gaan. Bij de berekening van het kolom 14-loon mag onder meer buiten aanmerking blijven de beloning die in de regel slechts eenmaal per jaar wordt uitbetaald, zoals vakantiegeld. Doorgaans is dat in de CAO of in de arbeidsvoorwaarden ook zo bepaald.
Stel, u heeft met uw werknemers afgesproken dat het vakantiegeld tweemaal per jaar wordt uitbetaald. Hof ’s-Hertogenbosch (nr. 03/00943) heeft geoordeeld dat in een dergelijke situatie geen sprake is van loon dat in de regel eenmaal of eenmaal per jaar wordt uitbetaald. Dit betekent voor de vergelijking aan het toetsloon, dat het kolom 14-loon niet mag worden verminderd met het in de tijd verspreid uitbetaalde vakantiegeld. Let op. Dit kan u dus geld kosten. Het is handiger om vakantiegeld, enz. eenmaal per jaar uit te betalen.