BELASTINGDIENST - 10.04.2025

(On)zakelijke uitgaven: speerpunt in 2025

Correcties Volgens de Belastingdienst worden er regelmatig onzakelijke uitgaven op de IB-onderneming of de BV geboekt. Met name bij eenmans-BV’s moet de Belastingdienst opvallend vaak hoge fiscale correcties aanbrengen in de vennootschapsbelasting en verkapte winstuitdelingen in de inkomstenbelasting die het gevolg zijn van opgevoerde onzakelijke uitgaven/kosten. Dat leidt dan vervolgens weer tot correcties en naheffingen en/of navorderingen. De Belastingdienst zal daarom in 2025 extra aandacht besteden aan de beoordeling van kosten. Daarbij doet de Belastingdienst ook een beroep op de poortwachtersrol van fiscaal dienstverleners. Aan hen wordt gevraagd om een actieve begeleiding van klanten en om vragen te stellen aan klanten, zeker bij opvallende kosten. Als voorbeelden van opvallende kosten noemt de Belastingdienst laptops voor gezinsleden of de aanleg van een zwembad bij een privéwoning die als verbouwingskosten van een bedrijfspand is opgenomen.

Vliegtuigen, dure auto’s en renpaarden

Hoofdregel is dat de ondernemer uitgaven die hij of zij doet met het oog op de zakelijke belangen van diens onderneming, ten laste van het resultaat mag brengen. Of er sprake is van dergelijke uitgaven, is in beginsel ter beoordeling van de ondernemer, de Belastingdienst mag niet op diens stoel gaan zitten. Maar er mag geen sprake zijn van een zodanige wanverhouding tussen de (hogere) uitgaven en het nut daarvan voor de onderneming, dat een redelijk denkend ondernemer niet kan volhouden deze uitgaven met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming te hebben verkozen. Dat blijkt ook duidelijk uit de beide zogenoemde ‘Cessna-arresten’ (ecli:nl:hr:1983:aw8960 en ecli:nl:hr:2002:ab2852) . In het Renpaarden-arrest (ecli:nl:hr:2002:ab2865) en het Bentley-arrest (ecli:nl:hr:2008:bc9548) is de Hoge Raad specifiek ingegaan op de situaties waarin de onderneming wordt gedreven in de BV-vorm. Bij door een BV gedane uitgaven ontbreekt het zakelijk karakter indien en voor zover deze uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder(s). In dat geval kan het onzakelijke deel niet in aftrek worden gebracht en vormt dat deel voor de aanmerkelijkbelanghouder een uitdeling, die bij hem/haar als winst uit aanmerkelijk belang in aanmerking moet worden genomen.

Ook aandacht voor accountantskosten

Uitgangspunt is dus dat kosten alleen aftrekbaar zijn als deze voldoende met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming worden gemaakt. Met name over kostenposten waarbij het lastig is een grens te trekken tussen het zakelijke karakter en het privékarakter, ontstaat er regelmatig discussie met de Belastingdienst. Er zijn echter ook posten waarbij het duidelijk is dat er sprake is van privékosten en die toch geregeld (deels) als zakelijk worden geboekt. Denk bijv. aan inrichting of schilderwerk voor de privéwoning. Maar denk ook aan de kosten voor de aangifte inkomstenbelasting. Het deel van de accountantskosten dat ziet op deze aangifte, is niet aftrekbaar en toch komt het geregeld voor dat de volledige accountantskosten in aftrek worden gebracht, inclusief de kosten voor de aangifte, of dat er een te laag bedrag voor de aangifte wordt gecorrigeerd. Dat terwijl het juiste bedrag vaak eenvoudig uit de specificatie van de accountantskosten valt te halen.

Boetes

Kan de Belastingdienst aantonen dat de belastingplichtige zich bewust was van de onzakelijkheid van de kosten en deze niet zakelijk geboekt hadden mogen worden, dan kan de Belastingdienst over de correctie een boete opleggen. Wist de adviseur ervan en werkte deze eraan mee, dan loopt deze het risico op een medeplegersboete.

bz-advies

Houd ook rekening met wettelijke aftrekuitsluitingen (zoals standsuitgaven en vaartuigen voor representatieve doeleinden en beperkingen (zoals reiskosten met privéauto en verteerkosten).