Maak bewuste keuze voor hoofdverblijf
Gemiddeld loopt een op de drie huwelijken op de klippen. Scheiden heeft echter nogal wat voeten in aarde, dus wordt er soms voor gekozen om gehuwd te blijven en duurzaam gescheiden te gaan leven. Als beide echtgenoten een eigen woning bezitten, is het fiscaal van belang dat er wordt aangegeven welke woning als eigen woning wordt bestempeld. Gebeurt dat niet, dan kan het veel geld kosten, zo bleek onlangs voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2025:692) . Wat speelde er?
Wat is de eigen woning?
In deze zaak handelde het om twee echtgenoten die duurzaam gescheiden van elkaar leefden. Beide echtgenoten waren gezamenlijk in het bezit van een eigen woning. De echtgenoten hadden bij hun aangifte ieder hun eigen woning fiscaal als eigen woning aangemerkt. Ze hadden ieder de betaalde hypotheekrente op hun woning in aftrek gebracht en het eigenwoningforfait van hun woning als inkomen aangemerkt. Bij de aangifte corrigeerde de inspecteur de aangifte van de man en stelde de aftrekbare hypotheekrente slechts op de helft van het in aftrek gebrachte bedrag. Daarop stapte de man naar de rechter.
Wie is partner? De rechtbank stelde om te beginnen vast dat beide echtgenoten fiscaal als elkaars partner moeten worden aangemerkt. Dat ze gescheiden duurzaam leefden, was in dit kader niet van belang. Ook dan blijven ze namelijk fiscaal elkaars partner.
Keuzeplicht. De rechtbank stelt verder vast dat wettelijk is bepaald dat partners die in het bezit zijn van meer dan één hoofdverblijf, zelf moeten aangeven welke woning fiscaal als eigen woning moet worden aangemerkt. Let op.  Deze keuze moet samen worden gemaakt en mag dus niet in de aangiften verschillen. Daarbij is de keuze bepalend die is gemaakt in de aangifte die het eerste bij de Belastingdienst binnenkomt. Op deze keuze kan niet meer worden teruggekomen, ook niet als partners allebei een andere keuze maken.
Geen verdeling aftrekposten
De rechtbank constateert verder dat, nu beide echtgenoten hun eigen woning als fiscale eigen woning hebben aangewezen, er geen keuze is gemaakt inzake de verdeling van aftrekposten met betrekking tot deze eigen woning. Daarom wordt op grond van de wet de helft van de betreffende aftrekpost aan ieder der partners toegerekend. De aangifte van de man was als eerste bij de Belastingdienst binnengekomen en dus werd zijn woning fiscaal als eigen woning aangemerkt. In dit geval pakte dat slecht uit, want de man had in het jaar € 3.253 aan hypotheekrente betaald, terwijl dit voor zijn echtgenote bijna het dubbele was met € 6.497.
Wat kunt u hiervan leren?
Het voorgaande maakt duidelijk dat het in een soortgelijke situatie van belang is dat duurzaam gescheiden levende echtgenoten overleggen inzake het indienen van de aangiften. Met betrekking tot de eigen woning moeten er nu eenmaal keuzes gemaakt worden en als dit niet gebeurt, kan dat zomaar slecht uitpakken.
Geen keuze, pas op! Zo is onder meer bepaald dat wanneer er geen keuze wordt gemaakt, van geen enkele woning de hypotheekrente aftrekbaar is. Echter, ook als er wel een keuze wordt gemaakt en als de eerst binnengekomen aangifte niet de meest optimale keuze bevat, kan dit slecht uitpakken, zo zien we in deze rechtszaak. Voorkom dit dus te allen tijde.