BELASTINGEN - 08.04.2025

Geen vrijstelling overdrachtsbelasting voor overdracht ondernemingsvermogen aan neef

Voor de overdracht van onroerende zaken die ondernemingsvermogen zijn, geldt in de familiesfeer een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting, dus voor kinderen of kleinkinderen. Wat bij de overdracht door een oom aan een neef of nicht?

Voortzetting familiebedrijf

Samen met zijn neef Aad heeft Herman een melkveebedrijf. Het bedrijf is al meerdere generaties in de familie. De vader van Herman (grootvader van Aad) heeft het bedrijf jarenlang gerund. Daarna heeft hij het bedrijf overgedragen aan Herman en is de feitelijke leiding overgedragen aan zijn dochter, de moeder van Aad. Sinds een aantal jaren heeft Aad de feitelijke leiding. Herman heeft nooit een leidinggevende positie gehad. Het is ook altijd de bedoeling geweest dat Aad het melkveebedrijf zelfstandig zou gaan overnemen.

Overdrachtsbelasting verschuldigd

Fiscus legt naheffingsaanslag op. Als Herman de onroerende zaken die aan het melkveebedrijf zijn verbonden overdraagt aan zijn neef Aad, wordt er een beroep gedaan op de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Dit wordt door de inspecteur geweigerd. De vrijstelling geldt alleen voor een overdracht van ondernemingsvermogen aan kinderen, kleinkinderen, broers en zussen of hun echtgenoten (art. 15 lid 1 sub b WBRV) . Een overdracht van een oom aan een neef valt daar niet onder. Daarom legt de inspecteur een naheffingsaanslag op van € 5.740.

Familiebedrijf verkregen van grootvader? De wettelijke vrijstelling is bedoeld om de overdracht binnen de familiesfeer te faciliteren. Daarom is het onredelijk als de overdracht door een oom aan een neef daar niet onder zou vallen. Het is altijd de bedoeling geweest dat Aad het bedrijf zou voortzetten. Hij woont ook al jarenlang in een woning die is gebouwd naast het bedrijf. Daarbij stond het bedrijf feitelijk ‘geparkeerd’ bij zijn oom Herman, totdat Aad oud genoeg was om het bedrijf zelfstandig voort te zetten. Men zou dus kunnen zeggen dat hij het bedrijf indirect heeft verkregen van zijn grootvader. Deze overdracht valt wel onder de wettelijke vrijstelling.

Kring van vrijgestelde verkrijgers is beperkt.  De vrijstelling voor ondernemingsvermogen, zoals deze geldt voor de overdrachtsbelasting, is door de wetgever ingevoerd om versnippering van bedrijfsvermogen binnen de familiesfeer te voorkomen. Daarvoor heeft de wetgever allereerst de familie in de neerdalende lijn (kinderen en kleinkinderen) aangewezen als familieleden die onder de vrijstelling vallen. Later zijn daar ooms en tantes (en hun echtgenoten) aan toegevoegd. Hiermee wordt een zeer groot deel als doelgroep voor het beoogde doel van de wet bereikt. De wetgever heeft er bewust voor gekozen om deze kring van vrijgestelde verkrijgers niet groter te maken.

Hoe oordeelt de rechter?

Niet onredelijk volgens de rechter. Door de kring van vrijgestelde verkrijgers te beperken, heeft de wetgever bij het vaststellen van de bedrijfsopvolgingsregels de grenzen van de aan haar toekomende beoordelingsvrijheid niet overschreden. Het is dus volgens de rechter (ECLI:NL:RBGEL:2024:7645) niet onredelijk om een overdracht van een oom aan een neef uit te sluiten. Dat de onderneming geparkeerd stond bij oom Herman, is feitelijk onjuist. De onderneming is namelijk door de grootvader aan hem overgedragen. Dat betekent dat de naheffingsaanslag van € 5.740 terecht door de inspecteur is opgelegd!

Met een bedrijfsoverdracht aan (klein)kinderen is er geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Dat geldt ook voor een overdracht aan een oom of tante. De overdracht door een oom aan een neef of nicht valt daar niet onder. In dat geval moet men er rekening mee houden dat er overdrachtsbelasting is verschuldigd!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01