CORONAMAATREGELEN - 22.04.2025

Advocaat-generaal pleit voor ruimere coronagoedkeuring voor vaste reiskostenvergoedingen

Geen beperking. In een advies aan de Hoge Raad heeft advocaat-generaal Pauwels bepleit dat de coronagoedkeuring voor de doorbetaling van de vaste reiskostenvergoedingen niet beperkt is tot alleen de vaste reiskostenvergoedingen (ECLI:NL:PHR:2025:323) . Waar gaat het over?

Wat was er aan hand?

Werknemers van twee gemeenten hebben recht op een individueel keuzebudget (IKB). Een van de doelen van het IKB is een aanvullende reiskostenvergoeding. In het Besluit noodmaatregelen coronacrisis wordt goedgekeurd dat vaste reiskostenvergoedingen kunnen worden doorbetaald aan de werknemers, ondanks dat van overheidswege iedereen werd geacht thuis te werken.

Voorwaarde. Het besluit koppelt daar echter wel een voorwaarde aan vast, namelijk dat de vergoedingen voor 13 maart 2020 waren toegekend aan de werknemers. Voor keuzeregelingen, zoals het IKB, was opgenomen dat de keuze om het budget uit te ruilen voor een aanvullende reiskostenvergoeding, was gemaakt voor 13 maart 2020. In de praktijk is er altijd veel kritiek geuit op de strenge voorwaarden van het besluit. Immers, ten tijde van de publicatie van het besluit op 16 juni 2020, was het moment waarvoor de vergoedingen moesten zijn toegekend of de keuze om het budget uit te ruilen ongemerkt al verstreken.

Procedure. In deze procedure beslist Hof Amsterdam in weerwil van deze kritiek dat de gemeenten zich niet onbeperkt kunnen beroepen op de goedkeuring. Het hof leest in de goedkeuring dan ook niet dat ook later toegekende vergoedingen onder de goedkeuring van het besluit kunnen vallen. De gemeenten zijn het daarmee niet eens en gaan in cassatie.

De A-G vindt hof te streng in zijn uitleg. De A-G is van mening dat nergens staat dat het moet gaan om vaste reiskostenvergoedingen die voor 13 maart 2020 zijn toegekend. De goedkeuring kan ook zien op later toegekende vergoedingen. Ten slotte is hij van mening dat na 16 juni 2020 toegekende vaste vergoedingen niet onder de goedkeuring vallen.

Wat betekent dat nu?

De Belastingdienst kan streng zijn met tijdens de coronaperiode doorbetaalde vaste vergoedingen en vinden dat als de vergoeding niet is toegekend voor 13 maart 2020, deze niet belastingvrij mogen worden uitbetaald. De A-G adviseert de Hoge Raad om de goedkeuring ook toe te passen op voor 16 juni 2020 toegekende vergoedingen of voor die tijd gemaakte keuzes om het IKB uit te ruilen voor een aanvullende reiskostenvergoeding.

Wat moet u doen? Ga na of de vaste vergoeding is toegekend voor of na 16 juni 2020. Voor vergoedingen toegekend voor 16 juni 2020 kunt u een beroep doen op de vrijstelling als de Hoge Raad de uitspraak van de A-G volgt. Normaliter is dat wel het geval. Voor vergoedingen toegekend na deze datum kunt u daarop geen beroep meer doen.

Verwerking. Deze vergoedingen moet u tot het belaste loon van de werknemer rekenen of ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling brengen. Veel werkgevers zijn indertijd gestopt met het betalen van de vaste reiskostenvergoeding, toen dat fiscaal niet meer werd ondersteund. Daar zat een logica in, want er werd immers niet meer gereisd. Deze werkgevers gingen over op een systeem waarbij de werknemer de daadwerkelijke reiskosten wel mocht declareren.