Gebruikelijk loon dga lager dan wettelijk minimumloon?
Gebruikelijk loon dga
Als dga moet u zich jaarlijks een salaris toekennen ter grootte van het gebruikelijk loon. Het gebruikelijk loon moet u vaststellen op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij uw BV, indien een van deze bedragen meer is dan € 47.000. Is het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager dan € 47.000, dan wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op dit bedrag.
Bijzondere omstandigheden? Het gebruikelijk loon kan dus lager zijn dan € 47.000, maar kan het ook minder zijn dan het wettelijk minimumloon (WML)? De Belastingdienst vindt van niet. Volgens de huidige opvattingen mag het gebruikelijk loon lager worden vastgesteld in bepaalde uitzonderingssituaties. We hebben het dan over jonge, innoverende bedrijven, zogenaamde ‘start-ups’, over startende bedrijven die het gebruikelijk loon niet kunnen betalen, bijv. vanwege forse investeringen en over bedrijven die in dermate zwaar weer verkeren dat door uitbetaling van het gebruikelijk loon de continuïteit van de BV in gevaar komt. In deze gevallen kan, onder voorwaarden, het gebruikelijk loon ook lager dan € 47.000 zijn. De Belastingdienst is echter van mening dat het gebruikelijk loon dan niet minder kan bedragen dan het WML. Tip. In een recente uitspraak van Rechtbank Gelderland gaf deze echter aan die mening niet te delen.
Laatste oortje versnoept … In de genoemde zaak had de BV van een ondernemer die actief was in de zoetwarenbranche, een lager gebruikelijk loon uitbetaald dan het wettelijk voorgeschreven gebruikelijk loon. De eerste drie maanden van het bestaan van de BV was het gebruikelijk loon nog wel toegekend en was hierover loonheffing afgedragen, maar de maanden daarna niet meer. De BV verkeerde namelijk in financiële moeilijkheden en leed sinds het bestaan verlies. De dga had zelfs het toegekende gebruikelijk loon ook maar voor een deel opgenomen. De inspecteur was hiermee niet akkoord gegaan en had nageheven. Volgens de inspecteur had de BV minstens het wettelijk minimumloon uit moeten betalen, maar de rechter was het hier niet mee eens. Het vasthouden aan het minimumloon als ondergrens voor het gebruikelijk loon, doet volgens de rechter in dit soort situaties geen recht aan de realiteit. De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is niet voor deze situatie geschreven, aldus het oordeel. De naheffing werd verscheurd (ECLI:NL:RBGEL:2021:811) .
Wat kunt u hiermee?
Zit uw BV in financieel zwaar weer, dan hoeft u volgens deze uitspraak niet ten minste het wettelijk minimumloon uit de BV op te nemen. De inspecteur kan nog in hoger beroep, dus de uitspraak staat nog niet definitief vast. Toch is het, zeker in het licht van de huidige coronacrisis, goed om te weten dat een lager gebruikelijk loon dan het WML vooralsnog akkoord is.
Omzetgerelateerd. Daar komt bij dat u, vanwege de coronacrisis, het gebruikelijk loon over 2020 en 2021 toch al lager vast mag stellen als uw omzet vanwege corona gedaald is. Voor 2021 moet dit minstens 30% zijn. U mag voor 2020 uw omzet in de eerste vier maanden dan vergelijken met die in de eerste vier maanden van 2019 en uw gebruikelijk loon uit 2019 evenredig met de omzetdaling verminderen. Voor 2021 gaat u uit van de omzetdaling in 2021 vergeleken met het hele jaar 2019. Bij 50% omzetdaling, dus bijv. ook 50% van uw gebruikelijk loon uit 2019. De regeling vermeldt daarbij niet dat u dan niet onder het wettelijk minimumloon uit mag komen.