Een vrij uitzicht, is het weiland een aanhorigheid?

Landgoed Het is niet prettig als het weiland voor uw huis wordt volgebouwd met van alles en nog wat. Weg vrij uitzicht! De belastingplichtige in deze zaak heeft het beter voor elkaar: hij heeft in de afgelopen jaren de twee weilanden gekocht waar zijn woning op uitkijkt. Het geld heeft hij geleend van zijn BV’s en hij trekt keurig de rente af in box 1 als onderdeel van zijn eigen woning. De weilanden vormen samen met zijn woning een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet 1928 (NSW) en de gemeente geeft een gezamenlijke WOZ-waarde af. De Belastingdienst stelt af en toe een vraag over de leningen van de BV, maar volgt vervolgens trouw de aangiften van deze belastingplichtige. So far so good.

Aanhorigheden

Op een gegeven moment vraagt de inspecteur toch iets verder door. De leningen blijken niet alleen voor de eigen woning, maar ook voor de twee weilanden te zijn. Nu is het op zich geen probleem wanneer de lening niet alleen voor de eigen woning, maar ook voor omliggende zaken wordt gebruikt, zoals de tuin, de garage, enz. Maar, valt een weiland daar ook onder? Officieel gaat het dan om de term ‘aanhorigheden’. Aanhorigheden horen bij de eigen woning en kunnen dus in de eigenwoninglening mee worden genomen. Volgens de wet (art. 3.111 lid 1 wet ib 2001) is een eigen woning namelijk “een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, met de daartoe behorende aanhorigheden”. Aanhorigheden zijn alleen maar aanhorigheden als ze:

1. horen bij de eigen woning;
2. bij de eigen woning in gebruik zijn; en
3. functioneel dienstbaar zijn aan de eigen woning.

Waardeverhogend Belastingplichtige lijkt dat geen enkel probleem: de percelen liggen tegenover de woning, zijn eenvoudig bereikbaar vanaf de eigen woning en garanderen een vrij uitzicht. Dat laatste is natuurlijk, hoewel onbetaalbaar, een genot voor de huidige bewoners en zeker een pluspunt bij een latere verkoop van de woning. Bovendien zitten de weilanden samen met de woning in de NSW. Geen probleem toch?

Dienstbaar? De inspecteur denkt hier duidelijk anders over. Hij valt erover dat de woning van de weilanden gescheiden wordt door een openbare weg en een sloot. Een vrij uitzicht is natuurlijk leuk, maar om dat nu dienstbaar te noemen, vindt hij teveel van het goede. De zaak komt dus bij de rechter terecht.

Hof Den Bosch

Voor de praktijk is het interessant om te weten hoe de rechter (ecli:nl:ghshe:2020:4057) nu het begrip ‘functioneel dienstbaar’ beoordeelt. Men kijkt hierbij letterlijk naar de verschillende functies die een woning kan hebben, zoals:

1. het bieden van een beschermde gelegenheid tot slapen, eten/drinken en verblijf;
2. het bieden van de mogelijkheid om een of meer auto’s te stallen;
3. het bieden van algemene opslagruimte; en
4. het bieden van gelegenheid tot het uitoefenen van hobby’s.

Vrij uitzicht Het verschaffen van een vrij uitzicht komt niet in dit rijtje voor. Belanghebbende krijgt dus nul op het rekest van deze rechter. Dat er vroeger over de lening is gecorrespondeerd met de Belastingdienst, kan zijn zaak niet redden. Dit omdat men het daarbij alleen over de lening en niet over de besteding daarvan heeft gehad. Kortom: een vrij uitzicht is een kostbaar goed. Helaas voor belanghebbende is het iets kostbaarder dan hij oorspronkelijk had bedacht.

bz-advies

Het feit dat de weilanden samen met de woning als landgoed voor de NSW worden aangemerkt en de gemeente een gezamenlijke WOZ-waarde afgeeft, is onvoldoende om fiscaal als aanhorigheid te worden aangemerkt. Daarvoor is het van belang dat de aanhorigheid functioneel dienstbaar is aan de eigen woning. Beoordeel daarom aan de hand van de gegeven criteria of dit het geval is.