Voorkom dat uw heffingskorting verloren gaat

Heffingskortingen. In de inkomstenbelasting kennen we enkele heffingskortingen. Het voordeel ervan is niet afhankelijk van uw tarief, maar is voor iedereen gelijk. Wel is er een beperking ten aanzien van enkele heffingskortingen. Deze kunt u in sommige situaties omzeilen. Hoe doet u dat?

Overdracht beperkt. Genoemde beperking betreft de overdraagbaarheid van heffingskortingen voor belastingplichtigen met een partner. Degenen met te weinig inkomen kunnen de heffingskortingen niet of maar deels verzilveren. Tip.  Er bestaat een regeling dat de heffingskortingen dan toch worden uitbetaald, op voorwaarde dat de partner voldoende belasting betaalt om dit mee te verrekenen. Deze faciliteit wordt echter al jaren afgebouwd om mensen aan te moedigen zelf inkomen te genereren.

Afbouw algemene heffingskorting

De afbouw betreft om te beginnen de algemene heffingskorting, die in 2020 maximaal €2.711 bedraagt. Heeft u te weinig inkomen om de heffingskorting mee te kunnen verrekenen, dan wordt er in 2020 nog maar 20%, in 2021 nog maar 13,3%, in 2022 nog maar 6,7% en vanaf 2023 niets meer aan u uitbetaald. Alleen degenen die geboren zijn voor 1 januari 1963 krijgen de algemene heffingskorting nog wel volledig uitbetaald als hun partner voldoende belasting betaalt.

Afbouw arbeidskorting en IACK. Ook de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) worden in hetzelfde tempo afgebouwd. Dit betekent dat dit jaar nog maar 20%, in 2021 nog maar 13,3%, in 2022 nog maar 6,7% en vanaf 2023 niets meer van deze kortingen wordt uitbetaald, als de partner voldoende belasting betaalt. Anders dan bij de algemene heffingskorting geldt dit ook voor degenen die voor 1 januari 1963 geboren zijn.

Wat is hieraan te doen?

Wie de heffingskortingen verliest, dient ervoor te zorgen dat men zelf voldoende belasting betaalt. Volgens de bedoeling van de wetgever zou dit vooral moeten gebeuren door zelf betaalde werkzaamheden te gaan vervullen. Tip. Ondernemers kunnen hierop inspelen door hun partner in het bedrijf mee te laten werken via de toekenning van een arbeidsbeloning in fiscale zin. Hierover moet men namelijk zelf belasting en premie Zvw betalen en zo kunnen de heffingskortingen wel te gelde worden gemaakt.

Alternatief via box 2. Meewerken in het bedrijf of elders in loondienst, is echter niet altijd mogelijk, bijv. als er nog jonge kinderen te verzorgen zijn. Ondernemers met een BV hebben dan nog de optie een deel van de inkomsten in box 2, zoals uitgekeerd dividend, aan de partner toe te rekenen. Het tarief is voor beiden hetzelfde, in 2020 26,25% en volgend jaar 26,9%. De te betalen belasting kan dan verminderd worden met de heffingskortingen, zodat deze niet verloren gaan.

Of via box 3

Nog een ander alternatief is aan de partner een deel van het vermogen toe te rekenen. Hierover moet belasting worden betaald in box 3 en ook nu kunnen daarop eerst de heffingskortingen in mindering worden gebracht. Let op. Kijk wel even wat de optimale verdeling van uw vermogen is, want de te betalen belasting in box 3 loopt op naarmate het vermogen toeneemt. Reken daarom eerst zo veel vermogen toe dat u beiden de heffingskortingen kunt verrekenen en pas daarna een fiftyfiftyverdeling van het resterende vermogen toe.