Complicaties zijn niet verwijtbaar
Jan is eerder behandeld aan zijn aorta en wordt met pijnklachten verwezen naar het ziekenhuis. Tijdens de behandeling heeft radioloog De Groot een Angiojet gebruikt. Bij de behandeling was een technisch specialist van de leverancier aanwezig, omdat de Angiojet voor de eerste keer werd gebruikt. Jan kreeg laat die avond op de ic steeds meer pijn, waarop hij vijf keer morfine kreeg. Hij werd de volgende dag geopereerd aan een compartimentsyndroom.
De behandeling was niet goed ...
Klacht. Jan heeft blijvende zenuwschade opgelopen en is daardoor beperkt in zijn dagelijks leven. Op de foto die direct na de behandeling is gemaakt, is een kleine bloeding te zien. Jan verwijt dr. De Groot o.a. dat er tijdens de behandeling een fout is gemaakt waardoor er een ader is beschadigd en dat hij voorafgaand aan de behandeling onvoldoende is voorgelicht over de mogelijke complicaties.
RTG: waarschuwing op zijn plaats
Complicatie niet verwijtbaar. Wat betreft het eerste klachtonderdeel oordeelt het RTG Den Haag (ECLI:NL:TGZRSGR:2019:63) dat het hier om een complicatie gaat. Deze is op zichzelf niet verwijtbaar en kan makkelijk gemist worden tijdens het uitvoeren van de operatie zelf. Volgens de herziene KNMG-handreiking ‘Omgaan met incidenten’ is er bij een complicatie geen sprake van verwijtbaar handelen. Er is iets niet goed gegaan, waardoor een patiënt schade heeft opgelopen. Deze schade is een onbedoeld of ongewenst gevolg van zorg.
Download de handreiking ‘Omgaan met incidenten’ van http://tipsenadvies-medicus.nl/download (MD12.08.02).
Missen van een bloeding. De radioloog had de bloeding tijdens het bestuderen van de foto’s wel moeten opmerken. Dat heeft hij niet gedaan. Uit het dossier blijkt ook dat de radioloog de foto’s niet op de dag van de behandeling heeft bekeken. Dit is van belang omdat hij na de operatie is begonnen met een behandeling waarvan hij zelf aangeeft dat hij deze niet zonder overleg zou zijn gestart als hij de bloeding had opgemerkt. De gevolgen van dit onzorgvuldige handelen zijn ernstig en blijvend. Dr. De Groot krijgt een waarschuwing.
Informeren over risico’s
Behandelaar informeert. Het informeren over de risico’s van een behandeling moet een patiënt in staat stellen een weloverwogen keuze te maken voor een behandeling. De voorlichting over die behandeling moet dan ook primair worden gegeven door de arts die tot de behandeling heeft besloten. Jan en dr. De Groot zeggen allebei dat zij voorafgaand aan de ingreep uitgebreid met elkaar over de ingreep gesproken hebben. Zij zijn het er niet over eens of op dat moment ook de risico’s zijn besproken. Het college gaat ervan uit dat dit wel gebeurd is, omdat het onvoldoende aannemelijk is dat wat er in het verslag van dr. De Groot staat vermeld, een onjuiste weergave is van wat zij besproken hebben. Daarom is dit klachtonderdeel ongegrond.
Zeldzame risico’s. Het uitgangspunt bij het benoemen van complicaties is de vraag welke risico’s er genoemd moeten worden. Dit verschilt per situatie. De aard van en de kans op het risico zijn daarbij van belang. Bij een kanspercentage van 1% dat de complicatie optreedt, hoeft de arts deze mogelijke complicatie niet te vermelden.