Vof met 60 koeriers houdt stand
Rechtbank Den Haag ( 27.10.2017 RBDHA:2017:11302 ) moest oordelen over het realiteitsgehalte van een vennootschap onder firma met 60 chauffeurs als vennoot. De chauffeurs brachten hun eigen bestelauto in. Eén persoon had de dagelijkse leiding in de Vof, een ander had de benodigde vergunning. De Belastingdienst stelde dat de chauffeurs in dienstbetrekking of als uitzendkracht werkten en dat er dus loonheffing had moeten worden ingehouden. De rechters stelden de inspecteur in het ongelijk. Omstandigheden die vooral doorslaggevend waren in deze casus:
- Voor buitenstaanders was het duidelijk dat de chauffeurs voor de Vof werkten.
- De chauffeurs deelden daadwerkelijk in de winsten en waren ook aansprakelijk voor verliezen van de Vof. Dat de winstverdeling grotendeels gekoppeld was aan de geleverde bijdrage, is normaal.
- De chauffeurs waren hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de Vof.