PRAKTIJKPAND - 31.10.2008

Wat moet uw verhuurder voor u doen?

Als u een praktijkpand huurt, moet de verhuurder dit natuurlijk netjes aan u ter beschikking stellen. Hoe zit het met onderhoud en eventuele gebreken aan het verhuurde pand? Wat kunt u van uw verhuurder eisen? Hoe pakt u dat aan?

U heeft de sleutels. Uw verhuurder heeft de plicht om het door hem aan u verhuurde praktijkpand netjes aan u ter beschikking te stellen. Dus overhandigt hij u de daarvoor bestemde sleutels. Als huurder mag u ‘niet in het gebruik en genot van het gehuurde pand worden gestoord’ door de verhuurder.

Binnenkomen of afsluiten. Dus zonder uw toestemming mag de verhuurder bijvoorbeeld niet zomaar het verhuurde pand binnentreden. En ook mag niet zonder geldige redenen het gas, de elektri­citeit of de watertoevoer worden afgesloten door de verhuurder. Want daardoor wordt u als huurder be­­perkt in het gebruik en genot (zeg maar: ‘het plezierige gebruik’) van het verhuurde pand.

Gebreken verhelpen

Slecht onderhoud. Er is sprake van een gebrek aan het gehuurde praktijkpand als het in een slechte staat verkeert, dit niet aan u als huurder is toe te rekenen en u door die slechte staat in het gebruik en genot van het verhuurde pand wordt beperkt.

Voorbeelden van gebreken. Denkt u bijvoorbeeld aan achterstallig onderhoud, constructiefouten, overlast door ongedierte in het pand, het ontbreken van de vereiste vergunningen om in het pand een praktijk uit te mogen oefenen of om het pand (aan u) te mogen verhuren, e.d.

Deze gebreken komen dus voor rekening van de verhuurder. Ze hebben namelijk direct met het verhuurde pand te maken.

Juridisch geen gebrek. Gaat het daarentegen om feiten of omstandigheden die niet specifiek met het verhuurde pand te maken hebben, dan is er juridisch gezien géén sprake van een gebrek. De verhuurder is daarvoor dan niet aansprakelijk. Dit ondanks het feit dat de huurder mogelijk in het genot en gebruik van de onroerende zaak wordt beperkt.

Geen gebrek.Voorbeelden van feiten of omstandigheden die géén gebrek zijn: geluidshinder van de omgeving, stank- of geluidsoverlast door de bu­­ren en een slechte bereikbaarheid doordat er aan de toegangsweg wordt gewerkt.

Voor die omstandigheden kunt u uw verhuurder niet aansprakelijk stellen.

Hoe pakt u dat aan?

Gebrek herstellen. Als u een gebrek aan het ge­­huurde pand heeft vastgesteld en u de verhuurder daarvan op de hoogte heeft gesteld, kunt u van uw verhuurder eisen dat hij het gebrek aan het verhuurde pand zelf herstelt of dat op zijn kosten laat doen. Als de verhuurder niets doet, mag u als huurder het gebrek zelf (laten) herstellen; de kosten zijn in dat geval voor de verhuurder.

Juridisch handig aanpakken. Natuurlijk is het wel handig om als de verhuurder geen vinger uit­­steekt om het gebrek te herstellen, dit via een aangetekende brief aan hem te bevestigen.

Wat zet u in die aangetekende brief? U schrijft in uw aangetekende brief dat u uw verhuurder “een laatste kans geeft om binnen acht da­­gen na dagtekening van uw brief het gebrek (dat u volledig omschrijft; bijv. achterstallig onderhoud aan lift of warmwatervoorziening, enz.) te herstel­len”. Daarbij schrijft u uw verhuurder dan ook meteen dat “als hij in deze acht dagen het gebrek nog niet heeft laten verhelpen, u het gebrek op zijn kosten zelf zult (laten) verhelpen”. Als u het zo aanpakt, bewandelt u juridisch bekeken de juiste weg en bent u ingedekt.

Schrijf in een aangetekende brief dat u uw verhuurder “een laatste kans geeft om binnen acht dagen het gebrek te herstellen”. En dat “als hij dit niet doet, u het gebrek op zijn kosten zelf zult verhelpen”. U staat dan sterk.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01