Let op bij energie-investeringsaftrek!
Indien u als land- of tuinbouwondernemer investeert in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie, kunt u in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA). Hoe werkt dat? Wat speelde bij een collega?
Wat is uw fiscale voordeel? De energie-investeringsaftrek bedraagt 44% van uw energie-investeringen. De kosten van één bedrijfsmiddel moeten minimaal € 450,- bedragen en u moet per kalenderjaar voor minimaal € 2.100,- investeren. Het Ministerie van Financiën kan overigens bij overschrijding van het budget de regeling tijdelijk buiten werking stellen.
Wat speelde laatst bij een collega?
Dat de regels strikt worden gehandhaafd, ondervond een collega-ondernemer van een eenmanszaak. Deze ondernemer investeerde voor zijn paprikakwekerij in het jaar 1999 in een ‘energiescherminstallatie’ en in 2000 in een ‘warmteopslagsysteem’. Uw collega paste voor beide investeringen energie-investeringsaftrek toe in zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000. Naar aanleiding van een boekenonderzoek naar de verwerking van de EIA, corrigeerde de inspecteur echter de in aftrek gebrachte EIA. Reden hiervoor was dat de investering van de energieschermin- stallatie in 1999 had plaatsgevonden en daarom ook meetelde voor de EIA in de aangifte 1999. Anderzijds was de melding van het warmteopslagsysteem te laat gedaan, zodat ook hiervoor volgens de inspecteur geen recht op EIA bestond.
Naar de rechter. Uw collega-ondernemer ging hiertegen in beroep bij de rechtbank en later ook bij het Hof Arnhem (07/00076). Voor wat betreft de energiescherminstallatie was de ondernemer van mening dat het de inspecteur bekend had kunnen zijn dat de investering niet in het jaar 2000 maar in 1999 was gedaan en dat er dus geen sprake was van een zogenaamd ‘nieuw feit’. De rechter oordeelde echter dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag mag uitgaan van de juistheid van die gegevens. Ook heeft hij geen bijzondere onderzoeksplicht, zodat de inspecteur ervan uit mocht gaan dat het een energie-investering in het jaar 2000 betrof. Dat de inspecteur over een kopie van het aanmeldingsformulier bij het ‘Bureau energie-investeringsaftrek van de Belastingdienst’ beschikte, is hierbij niet van belang.
Ook bij het warmteopslagsysteem heeft uw collega helaas geen geluk. In dit geval is de ondernemer te laat met het aanmelden van de energie-investering bij het Bureau. Dit had binnen drie maanden na het aangaan van de investering moeten gebeuren. Uitgangspunt hierbij is de opdrachtbevestiging tussen partijen, en niet zoals de ondernemer stelt het moment waarop de exacte prijs en omschrijving tot stand zijn gekomen.
Waar moet u op letten?
Op de lijst. Het bedrijfsmiddel moet voorkomen op de zogenoemde lijst Energie-investeringen. Jaarlijks wordt een nieuwe lijst gepubliceerd op de site van de Belastingdienst.
Op tijd melden. Houdt u er rekening mee dat u de energie-investering op tijd, dus binnen drie maanden, meldt bij het Bureau Energie-investeringsaftrek van de Belastingdienst. Deze periode gaat in vanaf het moment dat u overeenstemming over de investering bereikt met de verkoper. Dus in feite als vaststaat dat er een levering zal gaan plaatsvinden. Het Bureau zendt een binnengekomen meldingsformulier door naar Senter (een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken te Zwolle). Senter toetst de aanvraag op technische en administratieve eisen van de EIA en geeft vervolgens de verklaring af. Een goedkeurende verklaring betekent echter niet automatisch dat u EIA krijgt. Dit bepaalt de fiscus bij het vaststellen van de belastingaanslag.