Een drugspand, nee dank u
U koopt een leuk bedrijfspand. Het pand blijkt een drugspand te zijn geweest. Dat was niet uw bedoeling. Kunt u nog van de koop af nadat u de koopovereenkomst heeft ondertekend?
Aalders exploiteert een vastgoedbedrijf en koopt een bedrijfspand. Bos, verkoper van het pand, is eveneens een professionele vastgoedhandelaar. De koopovereenkomst wordt mondeling gesloten en pas daarna gaat Aalders het pand bekijken. Tijdens deze inspectie ziet hij dat er een - inmiddels opgeruimde - hennepplantage in het bedrijfspand is geweest. Op dat moment maakt hij daar geen punt van. De schriftelijke koopovereenkomst wordt vervolgens ondertekend en de leveringsdatum wordt bepaald. Aalders neemt geen financieringsvoorbehoud op in de koopovereenkomst.
Geen levering
Op de overeengekomen leveringsdatum kan Aalders het pand nog niet afnemen want de bank doet moeilijk over de financiering. De bank stelt dat het pand een ongunstige reputatie heeft omdat het bekend staat als drugspand. Het is daarom geen aantrekkelijk object om te financieren.
Toch bevestigt Aalders schriftelijk aan Bos dat hij het pand nog wel wil afnemen. Maar ook op de nader overeengekomen leveringsdatum laat Aalders verstek gaan.
Procedure
Bos is het zat en start een procedure op bij de rechtbank Zwolle (LJN: BA0712) en vordert o.a. dat Aalders veroordeeld wordt om mee te werken aan de levering van het pand en betaling van de koopprijs. Aalders vordert vernietiging dan wel ontbinding van de koopovereenkomst Hij stelt dat hem is gebleken dat er meerdere malen een hennepplantage is aangetroffen in het pand. Hierdoor heeft het pand een ongunstige reputatie waardoor hij geen financiering kan krijgen. Als hij dit had geweten, had hij de overeenkomst nooit gesloten. Aalders verkeerde in een onjuiste voorstelling van zaken (dwaling). Hij is van mening dat de verkoper jegens hem wanprestatie levert door hem een pand te verkopen dat moeilijk te financieren is.
Helaas
De rechter gaat niet met Aalders mee. Aalders had namelijk tijdens de inspectie gezien dat er een opgeruimde hennepplantage in het pand aanwezig was. Als Aalders dan toch de overeenkomst ondertekent en vervolgens nog eens bevestigt dat hij het pand wil afnemen, kan hij zich niet op dwaling beroepen.
Ook het feit dat hij geen financiering kan krijgen vanwege de ongunstige reputatie van het pand kan hem niet baten.
De rechter is namelijk van oordeel dat de risico’s en de consequenties van de koop van een drugspand bij partijen bekend mogen worden verondersteld. Zeker nu zowel koper als verkoper zich bedrijfsmatig bezighouden met de aankoop en verkoop van onroerend goed.
Wat betekent dit voor u?
Als u de koopovereenkomst ondertekent na inspectie van het pand, waarbij u heeft gezien dat er een ‘besmet verleden’ is, kunt u naderhand geen beroep doen op dwaling. Professionele verkopers kunnen minder snel een beroep op dwaling doen. Deze handelaren zijn immers bekend met het feit dat panden met een besmet verleden moeilijker te financieren zijn dan niet-drugspanden.
Tip. Kijk goed ofeen object (g)een besmet verleden heeft. Houd daar eventueel rekening mee met de financiering. Neem in ieder geval een financieringsvoorbehoud op in de koopovereenkomst.