WONINGHUUR - 31.08.2007

Afval of inboedel?

Uw cliënt heeft een woning verhuurd. Nu is echter de huurder met de noorderzon vertrokken met achterlating van een flinke huurschuld en de nodige waardeloze inboedel. Mag uw cliënt de achtergelaten meubels laten afvoeren?

Huurder onvindbaar. Het gebeurt wel vaker dat alles erop wijst dat een huurder slechts schulden en rommel achterlaat en zelf onvindbaar blijkt te zijn.

Openbare verkoop? Indien de goederen een reële waarde hebben, kan het nog wel de moeite lonen om de goederen openbaar te verkopen en de netto-opbrengst aan te wenden om de huurschuld, althans voor een deel, te voldoen. U moet dan wel een vonnis van de rechter hebben tot betaling van achterstallige huurpenningen.

Inboedel waardeloos

Meestal zullen de achtergebleven inboedelgoederen echter nauwelijks een waarde vertegenwoordigen. Een openbare verkoop of het langdurig opslaan van de goederen is dan geen realistische oplossing.

Praktijkvoorbeeld. Over een dergelijk probleem oordeelde onlangs de rechtbank Rotterdam (LJN: BA6214).

Bij een rechtmatige ontruiming had de verhuurder zich over de inboedel ontfermd en deze opgeslagen. Ondanks de nodige pogingen kon er geen contact worden gemaakt met de huurder, althans de huurder reageerde niet.

Uiteindelijk schreef de verhuurder de huurder opnieuw een brief waarin deze nogmaals de tijd kreeg om de spullen op te halen en de gemaakte kosten van het afvoeren en opslaan contant af te rekenen. Gebeurde dat niet, dan zouden de spullen aan de reinigingsdienst worden aangeboden.

Toen de huurder weer niet reageerde, werd een termijn gesteld van tien dagen om de spullen op te halen en de opslagkosten te betalen; bij gebreke waarvan de spullen zouden worden afgevoerd naar het grof vuil.

Pas ruim twee maanden na de gestelde termijn vroeg de gewezen huurder om teruggave van de inboedel. Toen waren de goederen echter reeds vernietigd. De gewezen huurder stelde dat de waarde van de inboedel  39.135,- bedroeg.

Wat zegt de rechter?

De rechtbank veegde de vordering echter van tafel. De rechtbank stelde vast dat de ex-huurder ten tijde van de ontruiming wist dat de inboedel zou worden afgevoerd en tijdelijk opgeslagen.

Zaakwaarneming. De rechtbank overwoog dat het afvoeren en opslaan op redelijke grond is gebeurd en in het belang van de gewezen huurder. Het handelen van de verhuurder kan daarom gezien worden als ‘zaakwaarneming’. Een zaakwaarnemer moet de nodige zorg betrachten en moet deze voortzetten, zolang dat redelijkerwijze van hem kan worden verlangd.

Op grond daarvan oordeelde de rechtbank dat de verhuurder terecht betaling heeft verlangd van de gemaakte kosten en de afgifte van de goederen afhankelijk heeft gemaakt van de betaling. Omdat de ex-huurder niet bereid bleek om de inboedel - tegen betaling - op te halen, was het redelijk dat de verhuurder de opslag uiteindelijk heeft beëindigd.

De juiste procedure volgen

Indien de huurder inboedelgoederen achterlaat, moet de verhuurder een zorgvuldige ontruimingsprocedure volgen. Geef de gewezen huurder een redelijke termijn om de inboedelgoederen - tegen betaling van de kosten van het afvoeren en opslaan - af te halen.

Tip. Leg bovendien de staat van de goederen vast middels foto’s en verklaringen van getuigen.

Geef de gewezen huurder een redelijke termijn om de inboedel - tegen betaling van de kosten van het afvoeren en opslaan - af te halen. Gebeurt dat niet, dan kunt u de goederen bij het grof vuil zetten.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01