BELASTINGDIENST - 15.04.2025

Wat als een ander voor u belastingaangifte doet?

Een recente uitspraak van de rechtbank laat zien dat hulp van de Belastingdienst bij het invullen van uw aangifte inkomstenbelasting u niet automatisch beschermt tegen fouten. Waarom moet u goed opletten wat er namens u wordt ingevuld?

Belastingdienst hielp bij het invullen ...

De belanghebbende in een rechtszaak (ECLI:NL:RBZWB:2025:857) ontving in 2020 loon uit dienstbetrekking. In datzelfde jaar schreef zij een onderneming in bij de Kamer van Koophandel. In 2020 heeft de vrouw geen ondernemersactiviteiten verricht en dus ook geen winst uit onderneming behaald. In datzelfde jaar maakte de vrouw gebruik van de zogenoemde ‘hulp bij aangifte’ van de Belastingdienst. Omdat fysieke afspraken toen vanwege de coronapandemie niet mogelijk waren, maakte zij gebruik van telefonische ondersteuning.

Telefonische hulp bij aangifte invullen. Tijdens een telefoongesprek werden de vragen uit de aangifte met een medewerker van de Belastingdienst besproken, die de aangifte vervolgens namens haar indiende. In de aangifte werd een looninkomen van € 38.586 opgegeven, evenals € 5 aan inkomsten uit eigen woning. Hoewel er geen winst uit onderneming was, vulde de medewerker toch in dat de vrouw recht had op zelfstandigenaftrek en startersaftrek. Door toepassing van deze ondernemersfaciliteiten en de MKB-winstvrijstelling ontstond er een verlies uit onderneming van € 7.872.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over de zelfstandigenaftrek.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over de startersaftrek.

Voorlopige aanslag volgde. Overeenkomstig de ingediende aangifte ontving de vrouw een voorlopige aanslag IB/PVV voor het jaar 2020. Zij kreeg een bedrag van € 3.092 terug. Deze voorlopige aanslag werd opgelegd zonder dat de aangifte vooraf inhoudelijk was gecontroleerd door de inspecteur. In de voorlopige aanslag stond vermeld dat het verlies uit onderneming € 7.872 bedroeg.

Definitieve aanslag. Op 18 juni 2022 ontving de vrouw de definitieve aanslag IB/PVV. De inspecteur week af van de aangifte en corrigeerde het opgevoerde verlies uit onderneming. De definitieve aanslag leidde tot een te betalen bedrag van € 3.533. Daarnaast werd bij gelijktijdige beschikking € 146 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bezwaar tegen aanslag. De vrouw maakte op 18 juni 2022 bezwaar tegen de definitieve aanslag, maar ontving daarop geen reactie. Op 21 september 2023 diende zij opnieuw een bezwaar in. De inspecteur verklaarde dit bezwaar op 30 november 2023 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, maar merkte het mede aan als een verzoek om ambtshalve vermindering. Op basis daarvan werd het belastbaar loon met € 1.948 verlaagd tot € 36.643. Deze verlaging stond los van het geschil over de ondernemersfaciliteiten.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over bezwaar tegen een belastingaanslag.

Opnieuw bezwaar en beroep. Tegen de afwijzing van haar verzoek om verdere vermindering stelde de vrouw opnieuw bezwaar in, dat op 22 februari 2024 werd afgewezen. Daarop stelde zij beroep in bij de rechtbank tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over beroep tegen uitspraak op bezwaar.

Beroepsprocedure: beroep gegrond

Tijdens de beroepsprocedure verklaarde de inspecteur dat het oorspronkelijke bezwaar van 18 juni 2022 intern was afgebroken en dat hij niet kon achterhalen waarom. De rechtbank oordeelde dat dit bezwaar wel tijdig was ingediend en dus ten onrechte buiten behandeling was gelaten. De uitspraak van 30 november 2023 moest worden beschouwd als een reactie op dat eerste bezwaar. Het beroep werd gegrond verklaard en de rechtbank beoordeelde de aanslag alsnog inhoudelijk, op basis van de inmiddels aangepaste aanslag.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over de beroepsprocedure.

Geen kopie van aangifte gehad. Tijdens de zitting verklaarde de vrouw dat zij geen kopie van de aangifte had gezien of ontvangen. Wel was haar telefonisch gevraagd of zij ondernemer was. Zij had aangegeven dat zij zich in 2020 weliswaar had ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maar dat zij geen activiteiten had verricht. Volgens haar is er verder niet gesproken over ondernemersfaciliteiten, zoals zelfstandigenaftrek of startersaftrek. De medewerker had alleen gemeld dat de winst uit onderneming nihil zou zijn.

Belastingbeambte maakte toch fout? De gang van zaken rondom het indienen van de aangifte, zoals de vrouw deze beschreef, is door de inspecteur niet betwist. Volgens haar is het onterecht dat zij bij de definitieve aanslag inkomstenbelasting over 2020 een bedrag moet terugbetalen, omdat de fout was veroorzaakt door een medewerker van de Belastingdienst die haar bij de aangifte hielp.

Vertrouwen en zorgvuldigheid

De rechtbank beschouwde deze stelling als een beroep op schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en dan in het bijzonder op het vertrouwensbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank stelde vast dat de medewerker van de Belastingdienst inderdaad een fout had gemaakt bij het indienen van de aangifte. Op basis van de toelichting van de vrouw ging de rechtbank ervan uit dat zij zich daar op dat moment niet van bewust was. Dat betekent echter niet automatisch dat de Belastingdienst de fout niet mag herstellen. In beginsel mag de inspecteur alsnog het juiste en hogere bedrag aan belasting opleggen. Alleen in uitzonderlijke gevallen blijft dat achterwege, bijv. als er sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel.

Vertrouwensbeginsel. Om met succes een beroep te doen op het vertrouwensbeginsel, moet de belastingplichtige aannemelijk maken dat de overheid een toezegging of andere uitlating heeft gedaan of gedragingen heeft verricht, waaruit de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of, en zo ja, hoe de inspecteur in een concreet geval zijn bevoegdheden zou uitoefenen.

Niet geschonden. Volgens de rechtbank was het vertrouwensbeginsel in dit geval niet geschonden. De vrouw wist namelijk dat de winst uit onderneming in 2020 nihil moest zijn en dat zij geen recht had op ondernemersfaciliteiten. In de voorlopige aanslag werd namelijk een verlies uit onderneming van € 7.872 vermeld. De rechtbank vond dit een voor haar kenbare fout: zij had bij ontvangst van de voorlopige aanslag moeten beseffen dat dit bedrag niet juist kon zijn. In dat geval mocht zij er niet op vertrouwen dat de Belastingdienst de aangifte zonder correctie zou volgen.

Zorgvuldigheidsbeginsel wel geschonden. De rechtbank oordeelde wel dat de Belastingdienst het zorgvuldigheidsbeginsel had geschonden. De overheid is verplicht om zorgvuldig en transparant te handelen. In dit geval gebeurde dat niet.

  • De medewerker van de Belastingdienst vulde zelfstandigenaftrek en startersaftrek in zonder dit met de vrouw te bespreken.
  • De vrouw had bovendien aangegeven dat zij in 2020 geen enkele ondernemersactiviteit had verricht.

Belastingrente vervalt ... Hoewel schending van het zorgvuldigheidsbeginsel niet leidt tot vermindering van de aanslag, was dat in dit geval wel reden om de beschikking belastingrente van € 146 te vernietigen, zonder kostenvergoeding.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over kostenvergoeding.

Foutje en bedankt. De uitkomst zal uw collega uiteraard boos gemaakt hebben. Feit blijft dat u aansprakelijk blijft, ook al vult een ander uw aangifte in.

De Belastingdienst mag fouten in een aangifte corrigeren, ook als deze zijn veroorzaakt door hun eigen medewerker. Dat ligt anders wanneer u zich met succes kunt beroepen op het vertrouwensbeginsel. U blijft overigens als ondernemer zelf aansprakelijk, ook al is de belastingaangifte door een derde (zoals een boekhouder) voor u ingevuld.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01