LOONHEFFINGEN - 15.04.2025

30%-regeling voor Oekraïner: dat is maar de vraag, zegt de rechter

30%-regeling

Met de 30%-regeling mag u zonder nader bewijs van de omvang van de kosten een kostenvergoeding geven. U mag namelijk maximaal vijf jaar maximaal 30% van het brutoloon (maar over maximaal € 246.000 in 2025) geven als een onbelaste kostenvergoeding. Er gelden wel een aantal eisen:

• de werknemer is bij u in dienst;
• u heeft een beschikking (goedkeuring) van de Belastingdienst;
• de werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid. Dat is meestal een jaarloon van ten minste € 46.660. Voor bepaalde groepen geldt er een lager jaarloon;
• er moet sprake zijn van een zogenaamde ‘ingekomen werknemer’. Dat betekent dat de werknemer in het buitenland woonde (meer dan 150 kilometer van de grens met Nederland) toen hij in dienst kwam;
• de vijf jaar is een totaal. Eerdere periodes waarin de werknemer de 30%-regeling kreeg, komen in aftrek op deze vijf jaar, tenzij het meer dan 25 jaar geleden was.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u meer over de 30%-regeling.

Aanvraag vergt aandacht. U moet verschillende documenten meesturen met de aanvraag. Zorg er in ieder geval voor dat u een getekende arbeidsovereenkomst meestuurt en een bijlage (addendum) waaruit de toepassing van de 30%-regeling blijkt.

Op https://www.tipsenadvies.nl , Download Zone, jaargang 15, nr. 8 vindt u het aanvraagformulier en addendum.

Wat zei de rechter?

Voor de rechtbank speelde het volgende (ECLI:NL:RBZWB:2025:394) . Een supermarkt heeft per 18 oktober 2022 een Oekraïense werknemer aangenomen. Deze verbleef naar eigen zeggen sinds juli 2022 in Nederland (dus voorafgaand aan de indiensttreding) en stond per 28 september 2022 ingeschreven in de Basisregistratie Personen op een Nederlands adres. Zijn vrouw en kind woonden al in Nederland. Hij had ook nog twee appartementen in Oekraïne.

Geen vluchteling. De Oekraïner had geen vluchtelingenstatus. Uit e-mailberichten bleek dat hij naar Nederland was gekomen om werk te vinden en vanwege de mogelijkheden om een hypotheek te krijgen. De werknemer zelf gaf aan dat hij vier dagen na aankomst in Nederland zijn cv opstuurde. Hij voldeed wel aan de salariseis voor de 30%-regeling.

Regeling aangevraagd. De werkgever vroeg de 30%-regeling aan bij de Belastingdienst, met als reden dat de werknemer wegens de aanhoudende oorlog in Nederland verbleef, maar dat dit bedoeld was als een kort verblijf. Dus volgens de supermarkt was de werknemer weliswaar in Nederland, maar woonde hij in Oekraïne toen de arbeidsovereenkomst werd aangegaan.

Duurzame band? De rechter oordeelt hier dat het van belang is of de werknemer al een duurzame band van persoonlijke aard heeft met Nederland (dus meer dan even een vakantie). Omdat het een voordelige regeling is, moeten de werknemer en de werkgever bewijzen dat er geen woonplaats in Nederland is. Maar uit alles blijkt een band met Nederland voor het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. De Belastingdienst krijgt gelijk en de 30%-regeling mocht niet.