Wat u moet weten over het werkelijk rendement in box 3
Fictief rendement. De stand van zaken met betrekking tot box 3 is op dit moment dat u in uw aangifte inkomstenbelasting eerst gewoon de fictieve rendementen van de Belastingdienst volgt. Vervolgens heeft u de mogelijkheid om aan te tonen dat uw werkelijk rendement lager is. Daar zal dan vervolgens de box 3-heffing op worden aangepast.
Formulier werkelijk rendement. Sinds het Kerstarrest van de Hoge Raad legt de Belastingdienst zo min mogelijk definitieve aanslagen inkomstenbelasting op waarin box 3-heffing is opgenomen. Let op. Mocht u toch een aanslag met box 3-heffing ontvangen, dan is het raadzaam daar tijdig bezwaar tegen te maken. Het is de bedoeling dat u in de loop van 2025 een formulier ontvangt aan de hand waarvan u het werkelijk rendement op uw box 3-vermogen kunt bepalen.
Recente uitspraak Hoge Raad
Werkelijk rendement tweede woning. De praktijk kijkt uiteraard uit naar dit formulier. Tot dat moment moeten we het doen met uitlatingen hierover door de staatssecretaris en uitspraken door de rechter. Een recente uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2024:1788) besteedt onder meer aandacht aan de invloed van investeringen in een tweede woning op het werkelijk rendement.
Wat speelde er? Het gaat in deze zaak om een echtpaar dat privé een tweede woning bezit. Deze woning wordt niet verhuurd, maar enkel door henzelf gebruikt. In eerste instantie is het echtpaar voor deze tweede woning op basis van de fictieve rendementen belast in box 3. Zij zijn echter van mening dat het werkelijk rendement op de woning veel lager is en dat zij dus aanspraak kunnen maken op een lagere heffing dan op basis van de fictieve rendementen.
Berekening werkelijk rendement
Investeringen. Uiteindelijk komt de zaak terecht bij de Hoge Raad die hierover enkele interessante uitspraken doet. Eerder heeft de staatssecretaris aangegeven dat wat hem betreft er bij de berekening van het werkelijk rendement geen rekening wordt gehouden met onderhoudskosten en investeringen in een pand. Deze zijn niet aftrekbaar. Dit is op zich opmerkelijk, omdat de opbrengsten (huur) wel meegeteld zouden worden. Voer voor nieuwe discussies lijkt ons zo.
Ongerealiseerde waardestijgingen. Tot het werkelijk rendement worden ook ongerealiseerde waardestijgingen gerekend. Dit betekent dat de toename van de waarde van een pand onderdeel van het werkelijk rendement is, ondanks het feit dat deze waardestijging niet is gerealiseerd doordat er geen verkoop heeft plaatsgevonden. Maar wat nu als deze waardestijgingen het gevolg zijn van investeringen in het pand?
Waardestijgingen splitsen
Hierover doet de Hoge Raad in dit arrest een belangrijke uitspraak. Volgens de Hoge Raad behoren waardestijgingen die worden veroorzaakt door investeringen in het pand, niet tot het werkelijk rendement. Dit betekent dat de waardestijging in een jaar zal moeten worden verdeeld in een waardestijging door investeringen en een waardestijging door de marktontwikkelingen.
Kostenkant. Bovendien zal er aan de kostenkant onderscheid gemaakt moeten worden tussen onderhoudskosten en investeringen/verbeteringen. Ook dit zal in de praktijk nog veel vragen en discussies oproepen.