Massaalbezwaarprocedure voor bezwaarschriften belastingrente vennootschapsbelasting

Hoge belastingrente vennootschapsbelasting. In 2023 bedroeg de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 8% en voor de inkomstenbelasting en andere belastingen 6%. Alleen voor de toeslagen gold nog een lager percentage van 4%. In 2024 golden er nog hogere percentages:

• voor de vennootschapsbelasting 10%;
• voor de inkomstenbelasting en overige belastingen 7,5%;
• voor de toeslagen is het percentage 4% gebleven.

Sinds 1 januari 2025 bedraagt de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 9% en voor de inkomstenbelasting en overige belastingen 6,5%.

In strijd met evenredigheidsbeginsel? Onlangs heeft Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2024:4361) geoordeeld dat de in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Volgens de rechtbank zou de belastingrente voor de vennootschapsbelasting op 4% moeten worden vastgesteld en niet op de in rekening gebrachte 8%. Dit lagere percentage gold in de afgelopen jaren namelijk voor andere belastingmiddelen, waaronder de inkomstenbelasting. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak sprongcassatie ingesteld. Dit betekent dat de zaak direct naar de Hoge Raad gaat, die uiteindelijk bepaalt of de huidige belastingrente van 8% inderdaad te hoog is.

Massaal bezwaar. Inmiddels is er een groot aantal bezwaarschriften ingediend tegen het belastingrentepercentage dat vanaf 1 oktober 2020 voor de vennootschapsbelasting in rekening gebracht wordt. Met het oog op een efficiënte en eenduidige afdoening van de bezwaarschriften geeft de staatssecretaris daarom een aanwijzing massaal bezwaar. Dit betekent dat de Belastingdienst wacht met het doen van uitspraak op bezwaar totdat de Hoge Raad heeft geoordeeld. Let op.  Ondanks de aanwijzing als massaal bezwaar blijft het noodzakelijk om tijdig bezwaar te maken tegen het in rekening gebrachte belastingrentepercentage.