VRIJ VAN RECHT SCHENKEN - 30.08.2024

Schenking vrij van recht en box 3

De belastingheffing over het box 3-vermogen roept de nodige vragen op. De Belastingdienst heeft inmiddels antwoord gegeven op de vraag hoe er fiscaal wordt omgegaan met de zogenaamde ‘schenking vrij van recht’.

Schenking vrij van recht

In de regel komt de schenkbelasting die over een schenking verschuldigd is, voor rekening van de begiftigde. De schenker en de begiftigde kunnen echter ook afspreken dat de schenker de verschuldigde schenkbelasting betaalt. De schenking is voor de begiftigde dan netto en wordt aangeduid als een schenking vrij van recht. Fiscaal wordt dan zowel het geschonken bedrag als de daarover verschuldigde schenkbelasting als schenking aangemerkt.

Voorbeeld

Florien schenkt aan haar dochter Anna (45) een bedrag van € 100.000. Hiervan is € 6.633 vrijgesteld (2024). Over het restant van € 93.367 is Anna 10% schenkbelasting verschuldigd. Na betaling van € 9.336 aan schenkbelasting houdt Anna dus een nettobedrag van € 90.664 over. De schenking kost Florien € 100.000.

Florien besluit de schenking vrij van recht te maken en de schenkbelasting over de € 100.000 voor haar rekening te nemen. Het nettobedrag van de schenking is 90% van het belaste deel van de verkrijging. Het belaste deel van de schenking is € 93.367 × 100/90 = € 103.741. De schenkbelasting (10%) over € 103.741 is € 10.374. De bruto verkrijging van Anna is dan € 103.741 plus € 6.633 = € 110.374. Na betaling van de verschuldigde schenkbelasting houdt Anna een nettobedrag van € 100.000 over. De schenking kost Florien € 110.374.

bz-advies

Als de schenking na brutering in verschillende tariefschijven valt, wordt de berekening ingewikkelder. De Belastingdienst heeft op haar website een handige rekenhulp staan waarmee u zelf een berekening kunt maken van de verschuldigde schenkbelasting.

Begiftigde is aansprakelijk Ook in geval van een schenking vrij van recht wordt de aanslag schenkbelasting opgelegd aan de begiftigde en blijft deze aansprakelijk voor het betalen van de schenkbelasting. De begiftigde blijft de belastingplichtige voor de Successiewet 1956. Vrij van recht betekent dus alleen dat de begiftigde de verschuldigde schenkbelasting kan verhalen op de schenker. De schuld van de schenker is derhalve een schuld aan de begiftigde en geen schuld aan de Belastingdienst.

Schenking vrij van recht en box 3

Op de peildatum is er een (voorlopige) aanslag schenkbelasting opgelegd  Belastingschulden mogen niet worden meegenomen in box 3. Voor erfbelastingschulden en daarmee verband houdende verplichtingen geldt een uitzondering. Voor schenkbelastingschulden geldt echter geen uitzondering. Door tijdig aangifte te doen van de schenking en de (voorlopige) aanslag schenkbelasting voor de peildatum van box 3 te betalen kan dit fiscale nadeel worden voorkomen. Wordt er tijdig aangifte van de schenking gedaan, maar wordt de (voorlopige) aanslag zodanig laat opgelegd dat de begiftigde de verschuldigde schenkbelasting niet voor de peildatum kan voldoen, dan mag de begiftigde de verschuldigde schenkbelasting op de peildatum in box 3 in mindering brengen op zijn banktegoeden. Daarvoor moet wel aan alle hiernavolgende voorwaarden worden voldaan.

  • De aangifte schenkbelasting is uiterlijk acht weken voor het eind van het kalenderjaar van schenking ingediend.
  • De Belastingdienst legt de (voorlopige) aanslag schenkbelasting zodanig laat op, dat de belastingplichtige hierdoor redelijkerwijs niet in staat is om de verschuldigde schenkbelasting voor de peildatum voor box 3 te betalen.
  • Op de peildatum zijn voldoende banktegoeden aanwezig (de banktegoeden mogen na vermindering niet op een negatief bedrag uitkomen).

Op de peildatum is er nog geen (voorlopige) aanslag schenkbelasting opgelegd  Volgens de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst (kg:202:2024:20) dient de schenker het bedrag aan nog verschuldigde schenkbelasting in zijn aangifte inkomstenbelasting als een schuld in de rendementsgrondslag van box 3 op te nemen. De begiftigde geeft de corresponderende vordering op de schenker aan als overige bezitting in box 3. Daarnaast mag de begiftigde op grond van voormeld goedkeurend beleid de verschuldigde schenkbelasting in mindering brengen op zijn banktegoeden.

Defiscalisering sinds 1 januari 2023

Betreft het een schenking vrij van recht van een ouder aan een minderjarig kind of van een belastingplichtige aan zijn/haar fiscaal partner, dan zijn de vordering en de schuld sinds 1 januari 2023 gedefiscaliseerd en worden beiden niet in aanmerking genomen in box 3. De begiftigde kan de verschuldigde schenkbelasting wel in mindering brengen op zijn banktegoeden.

Bedrijfsopvolging

Bij een bedrijfsoverdracht van ouders aan kind(eren) komt het regelmatig voor dat de ouders niet de hoofdprijs vragen voor de onderneming. Vaak gebeurt dit om de bedrijfsoverdracht financieel mogelijk te maken of in ieder geval te vergemakkelijken. Voor zover de overdracht tegen een lagere waarde dan de waarde in het economisch verkeer als een schenking moet worden aangemerkt, kan de bedrijfsopvolger onder voorwaarden gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregelingen in de Successiewet 1956 (BOR) en de Wet inkomstenbelasting 2001 (DSR ab). Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de BOR, is de schenking geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van schenkbelasting. Deze vrijstelling is echter voorwaardelijk!

Niet voldoen aan voorwaarden Wanneer er niet (langer) aan alle voorwaarden wordt voldaan, is er alsnog schenkbelasting verschuldigd over de schenking. Een van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de BOR, is dat de verkrijger de onderneming ten minste vijf jaar moet voortzetten. Staakt de verkrijger de overgenomen onderneming (geheel of gedeeltelijk) binnen deze vijf jaar, dan vervalt de vrijstelling en is de verkrijger alsnog schenkbelasting verschuldigd over de schenking.

Verkrijger is aansprakelijk De aanslag schenkbelasting wordt opgelegd aan de verkrijger. De verkrijger is ook degene die aansprakelijk is tegenover de Belastingdienst voor de betaling van de aanslag. Is er sprake van een schenking vrij van recht, dan kan de verkrijger de verschuldigde schenkbelasting verhalen op de schenker of diens erfgenamen. Een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van wat de schenker en de begiftigde bij de schenking concreet hebben afgesproken. Is de schenking niet vrij van recht, dan kan de schenker altijd nog besluiten om een aanvullende schenking te doen aan de verkrijger om daarmee de schenkbelasting te kunnen betalen. Voor een dergelijke schenking gelden de normale regels.

Belastingrente

Over schenkbelasting is (vooralsnog) geen belastingrente verschuldigd. Voor de erfbelasting ligt dit anders. Wanneer de BOR-vrijstelling vervalt, is er (volgens de kennisgroep (kg:206:2023:1) ) naast de erfbelasting ook belastingrente verschuldigd over de erfbelasting vanaf acht maanden na overlijden. Bij erfrechtelijke verkrijgingen vrij van recht is het dus van belang om duidelijk aan te geven of de eventueel verschuldigde belastingrente ook voor rekening komt van de erfgenamen of dat deze voor rekening blijft van de verkrijger. Met het huidige percentage (7,5%) kan dat mogelijk flink in de papieren gaan lopen!

Een schenking vrij van recht is een leuke meevaller. De begiftigde moet er echter wel rekening mee houden dat hij of zij aansprakelijk is, mocht de gever de schenkbelasting niet (kunnen) voldoen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01