RENTE ONZAKELIJKE LENING - 30.08.2024

Hoe om te gaan met rente op een onzakelijke lening?

Naast de niet-aftrekbaarheid van een afwaarderingsverlies, valt ook genoeg te zeggen over hoe er met de rente op een onzakelijke lening moet worden omgegaan. Onlangs verscheen er een interessant standpunt van de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling hierover.

Hoofdlijnen onzakelijke lening

De fiscale adviespraktijk is al jaren in de ban van het leerstuk van de onzakelijke lening, veelal in discussies over de aftrekbaarheid van een geclaimd afwaarderingsverlies. Uitgangspunt bij een (zakelijke) lening is dat de vergoedingen op zo’n lening bij de schuldeiser belast zijn en bij de schuldenaar aftrekbaar. In geval van een afwaardering van zo’n zakelijke lening kan de schuldeiser een afwaarderingsverlies ten laste van de winst brengen. Als een lening echter als onzakelijk wordt aangemerkt, is zo’n afwaarderingsverlies niet aftrekbaar.

At arm’s length

Bij het bepalen van de fiscale winst moet er uitgegaan worden van zakelijke condities. Als de condities onvoldoende zakelijk zijn (een derde zou de lening onder deze condities niet hebben verstrekt), moet bij de winstbepaling een rente worden gehanteerd die het gebrek aan zakelijkheid van de overige condities compenseert.

Onzakelijke lening Als de zojuist bedoelde arm’s-lengthcorrectie niet kan worden gevonden of als de verzakelijkte rente dusdanig hoog uitpakt dat de facto er sprake is van een winstdelende lening, is er sprake van een onzakelijke lening. Het debiteurenrisico is dan zo hoog, dat een derde de lening niet wil verstrekken zonder een borgstelling of garantie. De schuldeiser aanvaardt het onzakelijke debiteurenrisico in dat geval uit overwegingen van aandeelhouderschap of persoonlijke betrekkingen. Het belangrijkste gevolg van een onzakelijke lening is dat een eventueel afwaarderingsverlies niet aftrekbaar is.

Vuistregelrente

De Hoge Raad hanteert als vuistregel dat bij de winstbepaling met betrekking tot onzakelijke leningen het rentepercentage wordt gesteld op een percentage dat door een derde aan de debiteur in rekening zou worden gebracht, rekening houdend met een 100% borgstelling/garantie van de verbonden crediteur, maar verder onder dezelfde voorwaarden. Vanwege deze borgstellingsanalogie is de vuistregelrente veelal beduidend lager dan de afgesproken rente. De fiscale praktijk besteedt aan dit aspect evenwel vaak (te) weinig aandacht. De redenering daarbij is dat zolang het risico op afwaardering van de onzakelijke lening er niet is, de fiscus niet aan de bel trekt.

bz-advies

Is er sprake van een onzakelijke lening? Besteed dan nadrukkelijk aandacht aan het vaststellen van een juiste vuistregelrente. Vanaf dat moment is namelijk de afgesproken rente voor de fiscale winstberekening niet meer relevant.

Waardering onvolwaardige (rente)vordering

In het zogenoemde ‘rente-imputatie-arrest’ van 15 maart 2013 (ecli:nl:hr:2013:bw6552) heeft de Hoge Raad bepaald dat een vervallen rentetermijn moet worden gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer. Denk hierbij aan de situatie waarin de schuldenaar de afgesproken nominale rente schuldig blijft en de verwachting is dat de afgesproken rente niet zal kunnen worden betaald. Het is dan niet in overeenstemming met het totaalwinstbeginsel als de rente in aanmerking wordt genomen voor een hoger percentage dan overeenkomt met de waarde in het economisch verkeer. Deze fiscale uitwerking heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 15 juli 2022 (ecli:nl:hr:2022:1086) nog eens herhaald. Hierin is nog eens onderstreept dat na het vervallen van een rentetermijn optredende wijzigingen van de waarde van een rentevordering of renteschuld noch bij de debiteur, noch bij de crediteur bij de fiscale winstberekening in aanmerking worden genomen.

KG-standpunt alsnog ontvangen rente

Op 28 juni jongstleden heeft de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling van de Belastingdienst de vraag beantwoord hoe de fiscale uitwerking is als een eerder niet betaalde vuistregelrente op een later moment alsnog wordt voldaan (kg:023:2024:7) .

Vraag De situatie was als volgt. Een holding verstrekt aan haar deelneming een onzakelijke lening van € 1.000. De overeengekomen rente van 5% (€ 50) wordt schuldig gebleven. De vuistregelrente bedraagt 3% (€ 30) en de waarde van de rente in het economisch verkeer, de WEV-rente, bedraagt 1% (€ 10). In een later jaar maakt de deelneming winst en vergoedt zij alsnog de vuistregelrente over de afgelopen vier jaren (dus 4 x € 30 = € 120). De vraag luidt of deze alsnog betaalde rente bij de winstbepaling in aanmerking moet worden genomen.

Antwoord kennisgroep De kennisgroep van de Belastingdienst beantwoordt deze vraag bevestigend. Zowel de debiteur als de crediteur moeten volgens de kennisgroep de vuistregelrente minus de eerder in aanmerking genomen WEV-rente bij de winstberekening in aanmerking nemen. Het uitgangspunt van de Hoge Raad is dat het debiteurenrisico met betrekking tot de schuldig gebleven rente zich in beginsel afspeelt in de (onbelaste) kapitaalsfeer. Dit ziet naar de mening van de kennisgroep op mutaties in de waardering van de schuldig gebleven rentevordering. Dus als in het hiervoor genoemde voorbeeld de waarde van de rentevordering van € 10 zou dalen naar € 1 en later weer zou stijgen naar € 5, blijven de wijzigingen buiten aanmerking bij de winstbepaling.

Ontvangen rente In de door de kennisgroep beantwoorde vraag gaat het echter niet om een waarderingsmutatie, maar om daadwerkelijk alsnog ontvangen rente. Het strookt met de onzakelijke lening en jurisprudentie en het totaalwinstbeginsel om de vuistregelrente alsnog in aanmerking te nemen.

bz advies

Besteed aandacht aan de vaststelling van zowel de vuistregelrente als de WEV-rente. In geval van schuldig gebleven rente vanwege onvolwaardigheid van de schuldvorderingverhouding tussen schuldeiser en schuldenaar worden de vervallen rentevordering en renteschuld gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer. Als de schuldvordering later in waarde toeneemt en er een nabetaling van rente plaatsvindt, is er alsnog belasting verschuldigd over het verschil tussen de vuistregelrente en de eventueel al in aanmerking genomen WEV-rente.

Naast de afwaardering van een onzakelijke lening kan ook de rente over deze onzakelijke lening problemen opleveren. Om dit te voorkomen is het van belang om op tijd een vuistregelrente en een WEV-rente vast te stellen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01