BOER EN BEDRIJF - 07.12.2023

GLB-subsidies 2024, de wijzigingen

Voor 2024 vervalt de algemene vrijstelling voor Gewasrotatie (GLMC 7) en Niet-productief areaal (GLMC 8a). Hierdoor wordt voor veel bedrijven de impact van conditionaliteit groter. Wat houden GLMC 7 en GLMC 8 in?

Om GLB-subsidies (rechtstreekse betalingen) te kunnen ontvangen, moet u aan de conditionaliteit voldoen. De conditionaliteit bestaat uit:

  • beheerseisen (RBE’s);
  • goede landbouw- en milieuconditie (GLMC’s).

De RBE’s en de meeste GLMC’s zijn vanuit andere wet- en regelgeving al verplicht. De voorwaarden zijn daardoor vaak geen verzwaring vanuit het GLB. Maar als u niet aan de voorwaarden voldoet, kunt u, naast een boete, ook een korting krijgen op uw GLB-subsidies.

Extra regels bij en Niet-productief areaal. Met name voor Gewasrotatie (GLMC 7) en Niet-productief areaal (GLMC 8a) gelden er extra regels. Echter voor bepaalde bedrijven geldt ook vanaf 2024 een vrijstelling.

Vrijstelling GLMC 7 en GLMC 8a

De vrijstelling voor GLMC 7 geldt alleen voor de 1/3e-eis en iedere vier jaar een andere hoofdteelt.

Op basis van totaal landbouwareaal. U bent vrijgesteld als van uw subsidiabel landbouwareaal (blijvend grasland, bouwland en blijvende teelten) meer dan 75% bestaat uit (een combinatie van):

  • blijvend grasland;
  • grassen of andere kruidachtige voedergewassen;
  • natte teelten.

Op basis van totaal bouwland. De vrijstelling geldt ook als u op meer dan 75% van uw bouwland de volgende gewassen teelt (of een combinatie hiervan):

  • grassen of andere kruidachtige voedergewassen;
  • groene braak;
  • vlinderbloemigen gewassen.

Biologisch bedrijf. Heeft u een volledig biologisch bedrijf (niet ‘in omschakeling’), dan bent u ook vrijgesteld van GLMC 7. Voor GLMC 8 geldt dit alleen als u maximaal 10 hectare bouwland heeft.

GLMC 7: Gewasrotatie op bouwland

Valt uw bedrijf niet onder een vrijstelling, dan moet u in 2024 aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. op minimaal 1/3 deel van uw bouwland moet u jaarlijks een ander gewas (andere gewascode) telen dan in het voorgaande jaar. Hiervoor wordt in 2024 teruggekeken naar 2023;
  2. op ieder perceel moet u één keer in de vier jaar een ander gewas telen als hoofdteelt;
  3. op zand- en lössgrond moet u in de periode van 2023 tot en met 2026 ten minste één jaar een rustgewas telen (1:4-teelt). Deze voorwaarde is ook een verplichting vanuit de mestwetgeving.

Invulling 1/3e-eis met volgteelt

Om te voldoen aan deze gewasrotatie-eis kunt u ook gebruikmaken van een volgteelt na de hoofdteelt. De volgteelt moet u aansluitend aan de hoofdteelt inzaaien. Vervolgens moet u het gewas laten staan tot de start van de hoofdteelt in het opvolgende jaar.

Volgteelt tussen opvolgende hoofdteelten. In het kader van de gewasrotatie telt een volgteelt alleen mee als deze wordt geteeld tussen twee (dezelfde) hoofteelten in.

Voorbeeld.Er is sprake van gewasrotatie als u bijv. in 2023 wintertarwe als hoofdteelt heeft geteeld, met aansluitend een volgteelt/groenbemester. De volgteelt teelt u tot de wintertarwe die u in het najaar inzaait. De wintertarwe teelt u ook als hoofdteelt in 2024. Ondanks dat u twee opvolgende jaren hetzelfde gewas als hoofdteelt teelt, is er, vanwege de teelt van de volgteelt, toch sprake van gewasrotatie.

Geen 1/3e-eis voor bepaalde gewassen. De 1/3e-eis geldt niet voor percelen met meerjarige gewassen, natte teelt, gras en kruidachtige voedergewassen. Ook op braakliggende percelen hoeft u niet aan deze voorwaarde te voldoen.

Continuteelt. Door de verplichting van eens in de vier jaar een andere hoofdteelt is continuteelt van hetzelfde gewas (gewascode) niet meer mogelijk. U kunt op een perceel maximaal drie jaar achter elkaar hetzelfde gewas telen.

Alternatief Oldambt en Hoekse Waard.  Bedrijven met zware klei in de gebieden Oldambt en Hoekse Waard die continuteelt van granen toepassen, zijn vrijgesteld van de gewasrotatie. Hiervoor in de plaats mogen deze bedrijven gewasdiversificatie toepassen. Hiervoor moet u, op de percelen met continuteelt, ten minste drie gewassen telen, waarvan:

  • het grootste gewas op maximaal 75% van het bouwland wordt geteeld;
  • het kleinste gewas op minimaal 5% van het bouwland wordt geteeld.

U kunt van deze alternatieve werkwijze gebruikmaken als uw bedrijf in een van deze gebieden ligt en als u continuteelt toepast met de volgende granen: wintertarwe, wintergerst, winterkoolzaad en/of winterraapzaad.

GLMC 8a Niet-productief areaal

De basisvoorwaarde voor GLMC 8a is dat u ten minste 4% van uw areaal bouwland inricht als niet-productief areaal. U kunt dit invullen met bijv. sloten, bufferstroken, groene braak en landschapselementen.

Beperkingen niet-productief areaal. Op niet-productief areaal vindt het gehele jaar geen productie plaats. U mag niet oogsten en/of beweiden. Ook mag u niet-productief areaal het gehele jaar niet bemesten en geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.

In 2023 rekening houden met GLMC 8a.  Ondanks de algemene vrijstelling in 2023 moesten bepaalde bedrijven toch al rekening houden met GLMC 8a. Als u bijv. de ecoactiviteiten Groene braak en/of Kruidenrijke bufferstroken toepaste, dan mocht u de waarde van de ecoactiviteit niet meetellen als u nog geen 4% niet-productief areaal had.

Wijzigingen GLMC 8a voor 2024

De voorwaarden voor GLMC 8a zijn, behoudens het vervallen van de algemene vrijstelling, nagenoeg gelijk aan 2023. Wel zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd.

Weegfactor sloten. In 2023 mocht u voor al uw sloten rekenen met een weegfactor 2. Dit betekende dat uw oppervlakte van de sloten tweemaal meetelde voor het niet-productief areaal. Had u bijv. 0,5 hectare aan sloten, dan telde dit voor het niet-productief areaal mee als 1,0 hectare. Vanaf 2024 telt voor een deel van de sloten een weegfactor van 1.

Weegfactoren van sloten in 2024
Soort sloot, grenzend aan
Weegfactor
onbeheerd akkerrand
1
beheerd akkerrand
2
natuurvriendelijke oever
2
flauw talud
1

Een sloot mag maximaal tien meter breed zijn. Een rand wordt gemeten van insteek tot insteek. Voor sloten langs een natuurvriendelijke oever of flauw talud wordt gemeten van één meter uit de waterlijn tot één meter uit de waterlijn.

Akkerrand. Bij een onbeheerde akkerrand is er sprake van spontane opkomst van gewassen. Bij een beheerde rand is het gewas ingezaaid. Er gelden verder geen voorwaarden ten aanzien van het beheer.

Braak niet na blijvend grasland

Vanaf 2024 is het niet toegestaan om blijvend grasland om te zetten naar groene braak. U kunt daardoor een perceel blijvend grasland in 2023, komend jaar niet gebruiken voor niet-productief areaal (braak).

Door het vervallen van de algemene vrijstelling voor GLMC 7 en GLMC 8a zullen veel bedrijven meer inspanningen moeten leveren om te voldoen aan de conditionaliteit. Derogatiebedrijven hebben meer dan 75% gras en zijn daardoor vrijgesteld.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01