Bonusaanspraak tijdens twee jaren ziekte werknemer?
Targets behaald en dan ineens ziek ...
Cato werkt sinds 2017 met veel enthousiasme voor X BV, een marketingbureau voor het hogere segment. In de functie van ervaren accountmanager bedraagt haar salaris € 11.103,15 bruto, vakantiegeld, een overeengekomen 13e maand en een bonusaanspraak van € 20.000 per jaar als vooraf geformuleerde targets worden behaald. Cato behaalt jaarlijks haar targets, totdat zij ineens langdurig ziek uitviel.
Wachttijd is voorbij. Het arbeidsvoorwaardenreglement kent 100% van het brutomaandsalaris toe in het eerste ziektejaar, tot slechts 70% loon gedurende het tweede ziektejaar. De targets haalt ze niet en zo mist zij de bonusaanspraak. Zelfs de 13e maand gaat aan haar neus voorbij. Na einde wachttijd, de eerste twee ziektejaren, gaan partijen in gesprek over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Prima, zo stelt Cato, alleen die bonus en zelfs de 13e maand wil zij dan wel uitbetaald krijgen. Zou zij een rechtsgeldige grondslag hebben voor deze vordering? Tip.  Specificeer welke loonbestanddelen van het loon van de zieke werknemer u bereid bent aan te vullen. Vult u aan tot 100% loon en overige emolumenten, zoals dat heet, of alleen het basissalaris en vakantiegeld?
Hoogte loon bij ziekte. Op grond van artikel 7:629 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft een arbeidsongeschikte werknemer gedurende de wachttijd, dus de eerste twee ziektejaren, recht op doorbetaling van 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Voorwaarde is wel dat indien het loon meer bedraagt dan het maximumdagloon als bedoeld in artikel 17 lid 1 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv), de werknemer niet automatisch aanspraak heeft op 70% over het meerdere. Komt de werknemer met 70% onder het minimumloon, dan is 70% niet afdoende en dient u het aan te vullen tot het minimumloon. Ten voordele mag een werkgever hiervan afwijken. Partijen doen dit vaak door schriftelijk af te spreken dat de wettelijk verplichte 70% wordt aangevuld tot 100% loon in bijv. zes weken. Voorbeelden van niet naar tijdruimte vastgesteld loon zijn overwerk, stukloon, provisie en van persoonlijke beoordeling afhankelijke bonus. Dat maakt het bepalen van de hoogte van het uit te betalen loon lastiger. Uitgangspunt kan hierbij zijn het gemiddelde loon dat de werknemer had kunnen verdienen indien deze niet ziek was (art. 7:629 lid 8 BW jo. art. 7:628 lid 3 BW) , maar niet altijd.
Wat zegt de rechter?
De kantonrechter benadrukt dat het partijen vrij staat de bovenwettelijke regeling naar eigen inzicht in te vullen. Gekeken wordt naar de afspraken tussen partijen. De bonusaanspraak is “als vooraf geformuleerde targets worden behaald” en in het reglement staat “uitbetaling tijdens ziekte: 100% brutomaandsalaris”. Bij loon tijdens ziekte staat de 13e maand niet vermeld. Hierom moet worden aangenomen dat Cato alleen 70% ontvangt over het basisloon en vakantiegeld, zo oordeelt de rechter. Onzin, zo stelt Cato, na zo’n lange tijd is het een verworven recht. Een structurele uitkering! Zij gaat in hoger beroep.
Geen verworven recht. Het hof gaat in op de vraag of Cato er gerechtvaardigd op mag vertrouwen dat ook bij ziekte de 13e maand wordt betaald (ECLI:NL:GHARL:2019:3125) . Van belang is wat partijen hierover hebben verklaard en wat hun gedragingen zijn. Het hof nam geen verworven recht aan, omdat er sprake was van een te korte tijdsduur en omdat er onvoldoende reden was te kunnen aannemen dat Cato er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dit loonbestanddeel altijd zou worden uitgekeerd.