Een nieuw Vpb-tarief: wat betekent dit voor de innovatiebox?
Innovatiebox - een grondslagmaatregel
In de praktijk spreken we vaak over een innovatieboxtarief van 9%. De wettelijke regeling luidt echter iets anders. De innovatiebox is geen tariefmaatregel, maar een grondslagmaatregel. Artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bepaalt (vanaf 2021) dat de innovatieve winst slechts voor 9/H deel in aanmerking hoeft te worden genomen. Daarbij staat H voor het hoge vennootschapsbelastingtarief.
Voorbeeld
In het hiernavolgende voorbeeld werken we de gevolgen van de tariefwijziging uit.
Rekenvoorbeeld
De innovatieve winst van Innovatie BV die kwalificeert voor de innovatiebox bedraagt € 2 miljoen.
In 2021 is het Vpb-tarief tot € 245.000 15%, daarboven 25%. In 2021 hoeft er dus slechts over 9/25 deel van € 2 miljoen vennootschapsbelasting te worden betaald. Aldus € 720.000 (9 / 25 x € 2 miljoen). Hierover is vervolgens Vpb naar het reguliere tarief verschuldigd:
€ 245.000 x 15% + € 475.000 x 25% = € 155.500.
Zonder toepassing van de innovatiebox was er over de winst € 475.500 Vpb (€ 245.000 x 15% + € 1.755.000 x 25%) verschuldigd. Het belastingvoordeel is dan ook € 320.000.
In 2022 is het Vpb-tarief tot € 395.000 15%, daarboven 25,8%. In 2022 is er dus slechts over 9/25,8 deel vennootschapsbelasting verschuldigd. Aldus € 697.674 (9 / 25,8 x € 2 miljoen). Hierover is vervolgens Vpb naar het reguliere tarief verschuldigd:
€ 395.000 x 15% + € 302.674 x 25,8% = € 137.340.
Zonder toepassing van de innovatiebox was er over de winst € 473.340 Vpb (€ 395.000 x 15% + € 1.605.000 x 25,8%) verschuldigd. Het belastingvoordeel is dan ook € 336.000
Bij forse winsten brengt dit een voordeel met zich mee. Het voorbeeld laat duidelijk zien dat er in 2022 slechts over € 697.674 belasting hoeft te worden betaald, terwijl er in 2021 over € 720.000 belasting is verschuldigd. Een verschil in belastbare winst van ruim € 22.000. Overigens levert het tariefopstapje natuurlijk ook een groot voordeel op voor Innovatie BV.
De innovatieboxbreuk door de jaren heen
De verschillende wijzigingen in de vennootschapsbelasting en de grondslag voor de innovatiebox, maken de berekening van het boxvoordeel nog weleens ingewikkeld. Het gaat niet alleen om het toptarief van de vennootschapsbelasting, maar ook om het H-gedeelte uit artikel 12b Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Bij het opstellen van de fiscale positie zal hier steeds voldoende aandacht voor moeten zijn. Hierna volgt een eenvoudige tabel met de juiste breuk van de laatste jaren:
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
7/25 |
7/25 |
9/25 |
9/25,8 |
bz-advies
Let bij de fiscale positie goed op de innovatieboxberekening. Vaak is de grondslagvermindering een formule die volgt uit het rekenmodel. Is deze formule aangepast overeenkomstig de geldende wetgeving?
Nog interessant voor het MKB?
Met de verhoging van het tariefopstapje en de lage eerste schijf van het Vpb-tarief van 15%, komt de vraag op of het nog wel zo voordelig is om de innovatiebox toe te passen. De belastingdruk voor het MKB is inmiddels al een stuk lager. Daar valt op zich iets voor te zeggen, maar omdat de innovatiebox een grondslagmaatregel is, is het niet zo dat het innovatieve MKB minder profiteert van de recente tariefwijzigingen.
Gevolg tariefsverlaging Bij winsten tot € 395.000 neemt het voordeel van de innovatiebox natuurlijk af, ten opzichte van eerdere jaren. Dat komt niet zozeer door de innovatiebox, maar omdat het MKB door de wetswijzingen nu eenmaal minder belasting betaalt. Per saldo is het MKB dus niet slechter af dan in 2021.