BOER EN BEDRIJF - 15.02.2022

Inspelen op onzekerheid derogatie 2022

Pas laat besluit over derogatie. Het Nitraatcomité van de EU moet nog een besluit nemen over derogatie voor 2022. Dit besluit wordt niet eerder dan in juni genomen, mogelijk pas in september. Beide momenten zijn erg laat. Ook zijn de derogatievoorwaarden nog onbekend. Dit geeft grote onzekerheid bij u als veehouder, want het mestseizoen staat voor de deur. Welke keuzes moet u nu maken: wel of niet rekenen met derogatie? U kunt nu kiezen om dit jaar geen derogatie toe te passen. Dit geeft duidelijkheid, maar ook hogere kosten door meer mestafzet en een hoger gebruik van kunstmest. Wilt u wel kiezen voor derogatie als dit mogelijk is, dan gaat u nu geen extra mest afvoeren. De keuze om extra mest af te voeren, kunt u later nemen. Echter, soms is het verstandig om in het voorjaar toch al extra mest af te zetten.

Uitstellen. De keuze om wel of niet voor derogatie te gaan, kunt u uitstellen tot na de tweede grassnede. U kunt de eerste twee grassneden bemesten zoals u gewend bent. Het is wel verstandig om met deze bemesting onder de 170 kg stikstof per hectare te blijven. Soms moet u uw gangbare mestgift iets naar beneden bijstellen. Hopelijk is er na de tweede snede meer duidelijkheid over de kans dat u derogatie kunt aanvragen. Komt u niet in aanmerking voor derogatie, dan kunt u de vervolgsnede niet meer bemesten met dierlijke mest. U moet dan extra mest afvoeren of later in voorraad nemen. Is derogatie wel een mogelijkheid, dan kunt u blijven bemesten tot de derogatienorm.

Voorjaar mest afvoeren? Als Nederland geen derogatie krijgt en er komt geen overgangsregeling, zal in het najaar de druk op de mestmarkt flink toenemen. Produceert uw bedrijf meer mest dan de derogatienorm van 2021 (230/250), dan moet u deze hoeveelheid mest op enig moment afvoeren. Het is verstandig om dit al in het voorjaar te doen. Als later blijkt dat u geen derogatie krijgt, moet u extra mest afvoeren of in eindvoorraad nemen. Dit geldt voor de hoeveelheid boven de 170 kg stikstof per hectare. Heeft u onvoldoende mestopslagcapaciteit voor deze mest, overweeg dan om het deel dat u niet kunt opslaan ook in het voorjaar af te voeren. U voorkomt zo waarschijnlijk hogere mestafzetkosten in het najaar. Heeft u voldoende mestopslagcapaciteit, dan is afvoer van deze extra mest niet nodig. U kunt deze immers in voorraad nemen en zo nodig volgend voorjaar afvoeren.

Wat is raadzaam?

Wilt of kunt u de keuze wel of geen derogatie nog niet maken, dan kunt u het hiernavolgende doen.

• Zorg ervoor dat de bemesting van uw eerste twee grassneden binnen de 170 kg stikstof per hectare blijft. Dit zal vaak gangbare praktijk zijn.
• Voer de mest die u boven de derogatienorm van 230/250 produceert, al in het voorjaar af. In het najaar is de druk op de mestmarkt waarschijnlijk groter.
• Gaat derogatie uiteindelijk niet door en heeft u onvoldoende mestopslag om het ontstane mestoverschot op te slaan, overweeg dan om het deel dat u niet op kunt slaan in het voorjaar af te voeren.
• Wilt u voor derogatie in aanmerking komen, zorg dan dat u ten minste aan de derogatievoorwaarden van 2021 voldoet. U kunt hierbij denken aan de 80%-graslandeis, geen gebruik kunstmestfosfaat, de aanvullende gegevens indienen. Ook mag u een sleepvoetbemester alleen op klei- en veengrond gebruiken bij een buitentemperatuur lager dan 20°C.
• Waarschijnlijk krijgt u, als er een besluit over derogatie is, nog de mogelijkheid om derogatiemonsters te nemen en een bemestingsplan op te stellen. Let op. Voor de fosfaatdifferentiatie moet u uiterlijk 15 mei geldige grondmonsters hebben.