HEFFINGSRECHT - 21.12.2021

Nederland metterwoon verlaten

Een werknemer moet kunnen aantonen dat hij uit Nederland is vertrokken om er zeker van te zijn dat Nederland niet mag heffen over zijn inkomen.

Een Nederlandse butler werkt vanaf 14 september 2017 op basis van een vierjarige overeenkomst voor een sjeik uit Qatar als reizende butler. Uit het BRP blijkt dat de butler in deze periode zonder vast adres in het Verenigd Koninkrijk (VK) ingeschreven heeft gestaan. Hij bezit op 1 januari 2017 een Nederlandse bankrekening waarop zijn loon door de sjeik wordt gestort. Omdat de butler ondanks diverse aanmaningen geen aangifte IB 2017 indient, legt de inspecteur een ambtshalve aanslag IB 2017 op. De butler gaat in beroep bij Rechtbank Noord-Nederland (ecli:nl:rbnne:2021:4648) , omdat hij vindt dat de aanslag te hoog is vastgesteld. Hij heeft in de periode januari tot juli 2017 voornamelijk van spaargeld geleefd. Het inkomen uit de dienstbetrekking bij de sjeik valt buiten de Nederlandse belastingheffing, omdat hij vanaf juli 2017 geen inwoner van Nederland was. De sjeik woonde op basis van een studentenvisum in Engeland. Hij wilde echter niet als inwoner van het VK worden aangemerkt vanwege het fiscale klimaat. Daarom werd er veel gereisd en heeft de sjeik nooit langer dan 60 dagen achtereen ergens verblijf gehad. Volgens de rechtbank heeft de butler niet met stukken aangetoond dat hij vanaf juli 2017 geen inwoner meer was van Nederland. Ook blijkt nergens uit dat Nederland, op grond van de belastingverdragen met Qatar en het VK, geen heffingsrecht over het inkomen toekomt. De inspecteur heeft de aanslag IB 2017 dan ook niet te hoog vastgesteld.

Om te kunnen aantonen dat men Nederland metterwoon heeft verlaten, is alleen uitschrijving uit het BRP onvoldoende.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01