Hoezo, wachten met vakantieplannen?
Wat zijn de regels? Als werkgever moet u wachten op de vakantieaanvraag van de werknemer en als deze zo’n aanvraag doet, heeft u twee weken om te reageren. U mag de aanvraag alleen weigeren als u daarvoor een ‘gewichtige reden’ heeft. Hiervan is sprake als het inwilligen van de aanvraag zou leiden tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Let op. Een aanvraag kan niet (te) gemakkelijk worden geweigerd, ga daarom in overleg en bied een alternatief.
Verval vakantiedagen. Volgens de wet hebben werknemers recht op vier keer hun wekelijkse arbeidsduur aan vakantiedagen (de wettelijke dagen). Deze vervallen zes maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Alle dagen die een werknemer daarbovenop heeft (de bovenwettelijke dagen), vervallen na vijf jaar.
Sturing geven. Zo geeft u sturing aan de aanvragen:
- bepaal per afdeling/functie de door u gewenste minimale bezettingsgraad;
- stel een deadline, bijv. 1 april, voor het indienen van de vakantieaanvragen (bijv. per formulier of per e-mail) vast en maak de door u gewenste bezettingsgraad duidelijk;
- maak een vakantieplanning zodra alle aanvragen binnen zijn. Er wordt dan ook duidelijk of periodes elkaar overlappen en of er onderbezetting dreigt;
- als er in een periode onderbezetting dreigt door te veel vakantieaanvragen, koppel dit dan terug naar uw medewerkers en probeer er onderling uit te komen;
- het is ook mogelijk om bij parttimers navraag te doen of zij juist in de onderbezette periode extra willen werken (voor extra salaris of extra vrije tijd), zodat de onderbezetting wordt opgevangen;
- als uw medewerker niet wil schuiven met verlofaanvragen en er zijn geen andere opties om onderbezetting op te vangen, dan is het aan u om knopen door te hakken. In dit geval heeft u immers een ‘gewichtige reden’. U kunt beslissen welke vakantieaanvragen worden goedgekeurd. Laat daarbij degenen die op tijd hun aanvraag hebben ingediend, voorgaan op degenen die niet of later hun aanvraag indienden.