ROW - 28.04.2020

Bij Uber onder de plak, geen ondernemersfaciliteiten

Welke box? Als men puur naar de theorie kijkt, is onze Wet inkomstenbelasting 2001 heel erg simpel. Gewoon een kwestie van afvinken. Is het box 1, zo niet, box 2, zo niet, box 3? Om te kijken of inkomen binnen box 1 belast is, moet men ook in de juiste volgorde afvinken. Zijn het inkomsten uit onderneming, zo niet, dan inkomsten uit dienstbetrekking, ook niet, is het dan misschien resultaat uit overige werkzaamheden? Dat het in de praktijk wat lastiger afvinken is, hoef ik u ongetwijfeld niet te vertellen. Maar wat u ook doet, houd altijd dit simpele lijstje in gedachten.

Ondernemersfaciliteiten In deze zaak gaat het om de vraag of bepaalde inkomsten belast zijn als winst uit onderneming of niet (ecli:nl:rbdha:2019:13101) . Het belang zit hem natuurlijk in de ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Hoewel de feiten wat verwarrend in de uitspraak staan, komt het erop neer dat de belastingplichtige een auto bezit en hiermee ritten voor Uber rijdt. Hij vindt zichzelf ondernemer, de inspecteur is het niet met hem eens.

Ondernemerschap De beoordeling van het ondernemerschap is niet altijd even eenvoudig. Er moet sprake zijn van kapitaal, arbeid en risico. Bovendien moet men alle feiten en omstandigheden volgens de Hoge Raad ‘holistisch’ bekijken, oftewel: neem alle elementen bij elkaar en kijk dan wat men ervan vindt. De beslissende kenmerken kent u vast nog wel van het invullen van de aanvraag voor de VAR-verklaring. In dit geval is er een auto, is er arbeid, loopt de man risico en is er een opdrachtgever. Is de belastingplichtige hiermee dan ook ondernemer of is er sprake van resultaat uit overige werkzaamheden? Men is het erover eens dat er in ieder geval geen dienstbetrekking is, dus daar hoeft de rechter niet naar te kijken.

Is deze Uberchauffeur ondernemer?

De rechter kijkt in deze zaak onder meer naar de duurzaamheid en de omvang van de verrichte werkzaamheden, de beschikbare tijd, de winstverwachting, het ondernemersrisico, de omvang van de bruto-inkomsten, de omvang van de investeringen, het aantal opdrachtgevers en de bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheden wordt gegeven.

Het oordeel: een Uberchauffeur is geen ondernemer.

Beoordeling Qua investeringen maakt de chauffeur geen indruk. De auto was al van hem voordat hij voor Uber ging rijden en de andere kosten (o.a. een Verklaring Omtrent het Gedrag) vallen ook wel mee. Met het gelopen risico kan hij de rechter ook niet overtuigen. Het enige risico dat hij eigenlijk loopt, is het risico op schade aan zijn auto. Het aantal opdrachtgevers? In dit geval maar een: Uber. Hoewel hij verschillende klanten heeft, krijgt hij deze in dit jaar alleen via Uber. Dat men aan het begin maar één opdrachtgever heeft, is op zich wel logisch, men moet toch ergens beginnen. In dit geval laat de rechter echter meewegen dat het nog twee jaar duurt voordat hij meer opdrachtgevers heeft. Uber regelt bovendien, naast de betalingen, ook een groot aantal andere zaken rondom de taxiritten en bepaalt eigenlijk bijna alles rondom deze ritten, zelfs hoe zijn auto eruit moet zien. Daarnaast moest hij commissie betalen. Het enige wat de chauffeur grofweg gezegd eigenlijk zelf deed, was zijn app openen en de gewenste ritten aanklikken. Het oordeel van de rechter is dan ook niet verbazingwekkend: de chauffeur is geen ondernemer.

Tot slot

Hoewel deze Uberchauffeur in dat jaar volgens de rechter geen ondernemer is, wil dit niet zeggen dat hij dat in een later jaar niet kan zijn. Deze uitspraak wil bovendien niet zeggen dat geen enkele Uberchauffeur ondernemer is. Zoals altijd is het ook deze keer afhankelijk van feiten en omstandigheden.

bz-advies

Kijk ook in box 1 naar de rangorderegeling:

• beoordeel eerst of iemand ondernemer is. Gebruik hierbij de holistische benadering;
• is de klant geen ondernemer, beoordeel dan of er sprake kan zijn van een dienstbetrekking;
• is er geen dienstbetrekking, dan zou er sprake kunnen zijn van resultaat uit overige werkzaamheden. Dit is een soort fiscale noodrem om inkomsten in box 1 te houden. Het is dus niet altijd even duidelijk wat hier precies onder valt. Denk aan freelancers, handel met voorkennis en meer dan normaal vermogensbeheer. Vergeet daarbij de terbeschikkingstellingsregelingen niet.