WOZ-waarde bepaalt afschrijving in uw BV, hoe dat zo?
Afschrijfbeperking
De WOZ-waarde van uw bedrijfspand is bepalend of u nog op uw bedrijfspand mag afschrijven. Sinds 1Â januari 2019Â mag een BV op een bedrijfspand fiscaal nog maar afschrijven tot 100% van de WOZ-waarde (bodemwaarde), dus maakt afschrijving alleen nog kans indien de boekwaarde hoger is dan de WOZ-waarde.
Let op.  Het maakt voor BV’s dus niet meer uit of het pand in eigen gebruik is of als beleggingspand wordt aangehouden. De afschrijfbeperking geldt niet voor bedrijfsgebouwen die aangewezen zijn als milieubedrijfsmiddel en dus onder de Vamil-regeling zijn gerangschikt. Op zo’n bedrijfsgebouw mag gewoon willekeurig worden afgeschreven. Tip.  Als u reeds heeft afgeschreven tot op de bodemwaarde en deze waarde stijgt, dan hoeft u tussentijds geen winst te nemen. Winstneming vindt pas plaats bij verkoop.
Voorbeeld.U heeft een bedrijfspand met een boekwaarde van € 1 miljoen. De WOZ-waarde is vastgesteld op € 1 miljoen. Dit houdt in dat de BV niet meer op het pand mag afschrijven. U laat het er echter niet bij zitten en laat het pand taxeren door een taxateur. De waarde van het pand is volgens de taxatie € 970.000. U maakt bezwaar tegen de WOZ-beschikking en de WOZ-waarde wordt nu vastgesteld op € 970.000. U kunt maximaal € 30.000 op het pand afschrijven.
Wat scheelt u dat? Stel, u heeft het bedrijfspand gekocht voor € 750.000. U schrijft af in 40 jaar tot een restwaarde van € 150.000. U mag dan in 2020: 2,5% x (€ 750.000 -/- € 150.000) = € 15.000 afschrijven. Indien er verder niets zou veranderen, mag u in 2021 ook nog € 15.000 afschrijven. Daarna is afschrijven niet meer mogelijk, omdat de bodemwaarde is bereikt.
Overgangsrecht
Er geldt overgangsrecht voor BV’s die voor 1 januari 2019 een bedrijfspand in gebruik hebben genomen en op dat tijdstip nog geen drie jaar op het bedrijfspand hebben afgeschreven. In dit geval mag de BV volgens het oude regime blijven afschrijven (tot 50% van de WOZ-waarde) totdat de driejaarsperiode is verstreken. Heeft u in het jaar van ingebruikname slechts over een gedeelte van het boekjaar afgeschreven, dan telt deze periode niet mee voor de bepaling van de driejaarsperiode. Nam u in de loop van 2018 een bedrijfspand in gebruik, dan mag u in 2019, 2020 en 2021 nog op de oude wijze afschrijven.
Gevolgen? Als u niet meer kunt afschrijven, betaalt u meer vennootschapsbelasting. Uiteraard is dit een belastingverschuiving, want het verschil tussen de boekwaarde en de toekomstige verkoopwaarde wordt door de afschrijvingsbeperking verkleind. Bij verkoop van het bedrijfspand is de belastbare winst van het bedrijfspand lager. Omdat u geen afschrijvingskosten meer heeft en dus meer vennootschapsbelasting betaalt, mist u wel een stukje liquiditeit.
Wat kunt u hiermee? Kijk kritisch naar uw WOZ-beschikking. Zijn er met betrekking tot uw bedrijfspand specifieke waardedrukkende factoren van toepassing, zoals achterstallig onderhoud of de aanwezigheid van asbest, check dan of u dit terugvindt in de WOZ-waarde. U moet binnen zes weken na de datum van de WOZ-beschikking bezwaar indienen bij uw gemeente. In het bezwaarschrift geeft u aan waarom u het niet eens bent met de beschikking.
Een model Bezwaar WOZ-beschikking vindt u op http://tipsenadvies-administrateur.nl/download (FMÂ 03.14.04).