Strafheffing vertrekregeling ook over doorbetaald loon
Productie van glas. In een recente rechtszaak bij Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2019:11233) gaat het om een Amerikaans bedrijf dat zich op drie locaties in Nederland bezighoudt met de productie van verpakkingsglas.
Loon doorbetaald zonder werkverplichting. In verband met zware concurrentie wordt er in 2014 besloten om het personeelsbestand in Nederland in te krimpen. Aan met name oudere werknemers wordt het aanbod gedaan om vrijwillig af te vloeien. Er is een afvloeiingsregeling overeengekomen waarin is bepaald dat deze werknemers een eenmalige uitkering krijgen, alsmede dat zij tot het moment van uitdiensttreding vrijgesteld zijn van werkzaamheden met behoud van salaris, vakantietoeslag en overige emolumenten.
Regeling voor vervroegde uittreding? De inspecteur stelt dat deze afvloeiingsregeling aangemerkt moet worden als een zogenaamde ‘regeling voor vervroegde uittreding (RVU)’ en dat de werkgever hierover dus 52% strafheffing is verschuldigd.
Eén grote reorganisatie. Het bedrijf is het hiermee niet eens. Allereerst zijn zij van mening dat de afvloeiingsregeling in 2014 verband houdt met de definitieve sluiting van een fabriek in Nederland. Begin 2017 maakt de directie namelijk bekend dat een van de drie productielocaties in Nederland zal worden gesloten. Een dergelijk verband zou betekenen dat de afvloeiingsregeling niet enkel was gericht op oudere werknemers, waardoor de strafheffing niet van toepassing is.
Berekening van de strafheffing. Daarnaast is het bedrijf het niet eens met de berekening van de verschuldigde strafheffing. De inspecteur berekent deze namelijk zowel over de uitkering bij uitdiensttreding als over het doorbetaalde loon. Volgens het bedrijf ziet de RVU-eindheffing alleen op de uitkeringen die zijn betaald bij uitdiensttreding.
Wat zegt de rechter?
Geen verband met latere reorganisatie. De rechter moet eerst het verband tussen de afvloeiingsregeling in 2014 en de reorganisatie in 2017 beoordelen. Dit verband blijkt niet aanwezig te zijn. In 2015 wordt er namelijk nog flink geïnvesteerd in de Nederlandse fabrieken. Pas eind 2016 wordt het besluit tot sluiting van één fabriek genomen. Het is zodoende niet reëel om te stellen dat op het moment dat de werknemers gebruikmaakten van de afvloeiingsregeling, de sluiting van de glasfabriek reeds aan de orde was.
Strafheffing ook over doorbetaald loon. Ook de berekening heeft de inspecteur juist uitgevoerd. Het doorbetalen van loon zonder dat hier werkzaamheden tegenover staan, maakt onderdeel uit van de vertrekvergoeding. Dit loon dient ter overbrugging van de periode tot pensionering en moet dus belast worden met de RVU-strafheffing.
Opgelet!
Niet alleen voor oudere werknemers. De RVU-strafheffing kan worden voorkomen door u niet uitsluitend op oudere werknemers te richten. Inventariseer welke werknemers gebruik willen maken van een afvloeiingsregeling, ongeacht hun leeftijd. Tip 1. Dat uiteindelijk met name oudere werknemers hiervan gebruikmaken, betekent nog niet dat er sprake is van een RVU. Tip 2. Eind 2018 is er een handreiking van de Belastingdienst verschenen, waarin wordt uitgelegd hoe bepaald moet worden of er sprake is van een RVU.
Versoepeling op komst. Op basis van het Pensioenakkoord zal de RVU-strafheffing hoogstwaarschijnlijk vanaf 2021 worden versoepeld. Er komt namelijk een vrijstelling van maximaal € 19.000 per jaar voor werknemers die maximaal drie jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd vrijwillig afvloeien.
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.