LOON - 24.01.2020

Verjaring loonvordering pas na vijf jaar

Een werknemer heeft jarenlang bij u gewerkt. Na zijn vertrek komt hij bij u aan met een vordering voor achterstallig loon over een lange periode. Volgens hem is deze loonvordering niet verjaard omdat hij de verjaring gestuit heeft. Hoe zit dat?

Over verjaring en stuiting ...

Verjaring. Een vordering kan niet ‘tot in de eeuwigheid’ opgeëist worden. De wetgever vindt dat het na verloop van tijd duidelijk moet zijn of de schuldeiser het erbij laat zitten of niet. Daarom kan een vordering na verloop van tijd niet meer opgeëist worden. Met andere woorden: de vordering verjaart.

Wanneer? Wanneer een vordering verjaart, hangt van het type vordering af. Vorderingen die samenhangen met loon, verjaren na vijf jaar. Deze termijn van vijf jaar begint te lopen op de eerste dag van de maand waarop het oorspronkelijke loon betrekking heeft.

Stuiting. De schuldeiser (bij loonvorderingen de werknemer) kan de verjaring beïnvloeden door aan de schuldenaar (de werkgever) te laten weten dat hij de vordering hoe dan ook betaald wil hebben. Hij kan de vordering stuiten.

Hoe? Om een vordering te stuiten, moet de schuldeiser, voor het einde van de verjaringstermijn, laten weten dat hij de vordering hoe dan ook betaald wil hebben. Hij moet dat doen door dit ondubbelzinnig en schriftelijk aan de schuldenaar te laten weten. Een werknemer moet dus schriftelijk en ondubbelzinnig laten weten dat hij het loon betaald wil hebben.

Dat gaat wel eens mis

Loonvordering na afloop dienstverband. Jarenlang werkte Kees voor Y BV en pas na beëindiging van het dienstverband stelde hij een loonvordering in. Hij werkte fulltime, maar zijn loon was niet conform cao. Hij wilde dat Y BV alsnog het juiste loon zou (na)betalen .

Te laat ... Y BV vond dat Kees te laat was, omdat een loonvordering na vijf jaar verjaart. Kees was het daar niet mee eens, hij vond dat hij de termijn tijdig had gestuit. In de loop van de jaren had hij meerdere keren geschreven dat hij ‘zijn rechten voorbehoud’ en dat ‘deze brief is aan te merken als een stuiting van eventuele verjaringen’. De kantonrechter wees de vordering van Kees echter af. Kees liet het er niet bij zitten en vorderde tot aan het hof achterstallig loon ter hoogte van € 60.000 plus de wettelijke verhoging van 50%.

Wat zegt de rechter? Hof Den Haag mocht zich over deze kwestie uitspreken (ECLI:GHDHA:2019:3176) . In het vonnis gaat het hof na of Kees de verjaring wel correct gestuit heeft.

Correct stuiten

Correcte stuitingsbrief ... Het hof stelt dat de verjaringsbrief voldoet aan de eisen die de wet (art. 3:317 BW) aan stuitingshandelingen stelt. Van belang hierbij is dat uit de inhoud van die brief duidelijk is dat Kees ondubbelzinnig aanspraak heeft gemaakt op de betaling van zijn achterstallig loon. Dat de omvang van dat loon nog niet vaststond, is daarbij niet relevant.

... maar geen stuitende werking. Toch is de loonvordering niet op de juiste wijze gestuit. Wat ging er mis? Om stuitende werking te hebben, had de brief de bevoegde en rechtsgeldige vertegenwoordiger van werkgever Y BV moeten bereiken. In dit geval had Kees de verkeerde persoon aangeschreven. Zo heeft de brief nooit de juiste vertegenwoordiger bereikt. Kees beriep zich nog op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, maar dat mocht niet baten. Aan de inhoudelijke behandeling van de loonvordering komt het hof niet meer toe. De vordering van Kees was verjaard.

Het komt voor dat een werknemer klaagt over zijn loon, bijv. dat de cao niet goed zou zijn toegepast, maar dat hij deze loonvordering pas echt doorzet als hij uit dienst is. Het is dan goed om te weten dat een loonvordering na vijf jaar verjaart. Stuiting werkt alleen als dit schriftelijk en ondubbelzinnig gebeurt en gericht is aan de juiste persoon.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01